whatsapp
 

 

ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven




Zen.nl, Zen, meditatie, leren mediteren, advocaat, ambitieus, naïef, idealistisch, onzeker, verlegen, adrenaline, cliënt, verwarring, twijfel, zenlerarenopleiding, dualistisch, gelijk, dialoog, waarheid, veilig, verbaal, non-verbaal, procedure, vechtscheiding, bubbel



Gaan zen en de advocatuur wel samen?



Manon de Jonge / Zen.nl Apeldoorn / 11 februari 2024

Manon heeft zich inmiddels wel bewezen als een goede advocaat, maar door zen ontdekte ze dat er meer manieren zijn om haar werk nog beter te doen.

Ambitieus

Bijna twintig jaar geleden werd ik beëdigd als advocaat. Ik was net afgestudeerd, jong, naïef en idealistisch. Ik was onzeker en verlegen, maar vastberaden om een goede advocaat te worden en de mensen om mij heen te laten zien dat ik dat kon. Want die mensen, die twijfelden daar nog wel eens aan. Advocaat worden, dat was toch niets voor mij? Mijn eerste jaren als advocaat vond ik spannend, geweldig en ik genoot van de adrenaline. Alle informatie die ik van mijn kantoorgenoten kreeg, zoog ik op als een spons. Want hoe gedraag je je als advocaat? Ik merkte al snel dat dat een stuk zakelijker en harder was dan ik had verwacht, ook in het personen- en familierecht. In het begin had ik daar wat moeite mee, maar vastberaden als ik was zette ik door, kopieerde ik wat ik om mijn heen zag en nam alles wat ik leerde aan voor waar.

Wat de cliënt vraagt

Mijn naïviteit en idealisme verdwenen al snel. Op de achtergrond was er in het begin nog een gevoel van verwarring en lichte twijfel of ik er wel goed aan deed om mijzelf zo te veranderen, maar dat negeerde ik. Als ik een goede advocaat wilde worden, dan hoorde dit erbij. Voor een advocaat staan de belangen van de cliënt voorop. Dat staat in de gedragsregels en dat is maar goed ook. Je zou je kunnen afvragen hoe je de belangen van je cliënt het beste behartigt. Ik stelde mezelf die vraag echter niet, want ik had nu eemaal geleerd gewoon te doen wat de cliënt vraagt. U vraagt, wij draaien. Dat was immers wat de cliënt wilde, waar ik voor was ingeschakeld en waar de cliënt mij voor betaalde. Dus als dat betekende dat ik moest meewerken aan een in mijn ogen erg onredelijk standpunt, dan deed ik dat. Ik hoefde het niet met mijn cliënt eens te zijn. Gaf een cliënt bijvoorbeeld aan “Mijn ex is vreemdgegaan dus ik wil niet dat hij de kinderen nog ziet, want ik wil hem niet meer zien”, dan zette ik mij daarvoor in. En dat ging mij goed af. Ik had tevreden cliënten en een goede omzet. En ik dacht: kijk mensen, ik kan dit dus wel degelijk.

Wat vraagt de cliënt

Vier jaar geleden begon ik met zen en dat voelde als thuiskomen. Ik bleef en begon met de zenlerarenopleiding. Een van de eerste opmerkingen die mijn coach Yvonne Visser maakte was: "Oei, een juristenbrein, dat is lastig". Daarmee doelde ze op de zwart-witte (dualistische) kijk die juristen kunnen hebben. Daar had zij wel een punt. Hoewel we als advocaten altijd op zoek zijn naar het grijze gebied, de uitzonderingen en de mazen in de wet. Maar als we eenmaal bedacht hebben hoe het zit, dan zijn we daar vaak maar lastig weer vanaf te brengen. Het is ons vak om ons gelijk te halen, te argumenteren en te winnen. En dat is natuurlijk niet heel erg zen. In zen gaat het juist om niet te willen winnen, niet te denken het te weten, om de dialoog, de collectieve waarheid, het non-duale, om aan te voelen wat nodig is en vervolgens te doen of niet te doen.
Gaandeweg mijn zenbeoefening was ik al gaan merken dat ik in mijn werk anders met situaties omging. Dat ik meer interesse had voor de achterliggende beweegredenen van de cliënt (deze waren juridisch gezien irrelevant) en meer bezig was met aan te voelen wat nodig is voor deze cliënt. Waar zou deze cliënt nu écht bij gebaat zijn? En wat is eigenlijk de waarheid? Is er wel een waarheid?

Het juiste antwoord

Zo had ik op een dag een bespreking met een nieuwe cliënte die aangaf dat zij erg bang was voor haar man en wilde scheiden. Hij had haar verschrikkelijk behandeld en mishandeld. Over hoe de omgangsregeling tussen haar man en hun dochter van twee jaar eruit moest komen te zien, was mijn cliënte niet heel duidelijk. Zij oogde bang en zenuwachtig, maar vond tegelijkertijd dat zij haar dochter om de week zelf wel naar haar man kon brengen en dat haar dochter dan ook wel een dag of het hele weekend bij hem kon blijven. Op mijn vragen of dit voor haar voldoende veilig voelde, gaf zij wisselende antwoorden. Voor mij voelde het alsof zij tegenstrijdige signalen gaf, zowel verbaal als non-verbaal. Waar ik dit eerder niet zo zou hebben opgemerkt en zou hebben gedacht dat mijn cliënte het zou waarderen als ik haar vertelde dat een omgangsregeling misschien niet veilig genoeg was en we konden proberen om geen omgangsregeling of een minimale omgangsregeling onder begeleiding te bereiken, pakte ik het nu anders aan. Ik had het gevoel dat er iets anders nodig was, voor alle betrokkenen en met name voor de tweejarige dochter. Ik kreeg de behoefte om haar man te spreken. Om nog beter te kunnen aanvoelen wat er nodig was.
Ik stelde voorzichtig voor dat ik haar man zou bellen om te kijken of we in overleg met hem een ouderschapsplan konden opstellen. Een procedure zou dan niet nodig zijn. Mijn cliënte reageerde daar positief op; ik mocht hem bellen. Dat telefoongesprek gaf een heel ander beeld. Haar man leek met zijn handen in het haar te zitten, maakte zich enorm veel zorgen, was vooral bang dat hij zijn dochter niet meer zou mogen zien en was blij dat ik belde. Hij wilde graag in overleg afspraken maken. Lang verhaal kort; dit laatste is gelukt. Binnen een week was er een ondertekend ouderschapsplan.
Als ik had gehandeld zoals ik vroeger had gedaan, dan was het een procedure geworden. En daarna waarschijnlijk nog een. En nog een. Daar was ik financieel misschien beter van geworden, maar nu was dit alle betrokkenen bespaard gebleven en dat voelde zoveel beter. Voor mij en ook voor mijn cliënt. Van haar kreeg ik nog een berichtje waarin zij aangaf dat zij heel erg blij was met deze uitkomst en ook heel erg blij was dat het geen vechtscheiding was geworden. Zij bedankte mij voor mijn aanpak en voor mijn hulp.

Doen wat nodig is

Inmiddels werk ik zoveel mogelijk op deze manier. Zoveel mogelijk, omdat ik ook procedeer als dat is wat nodig is. Maar lukt het om er in onderling overleg uit te komen met een voor mijn cliënt goed resultaat, dan geeft dat zoveel meer voldoening. Soms gaat er nog wel eens een stemmetje door mijn hoofd: 'ben ik niet te soft geworden door zen?' Past dit wel bij een advocaat? De onzekerheidsbubbel om in de ogen van anderen over te komen als een echte advocaat, is duidelijk nog niet helemaal weg. Het verschil is alleen dat ik dat nu kan opmerken en voelen, maar mij er niet meer door laat leiden. Ik kan inmiddels volmondig zeggen dat zen en de advocatuur prima samengaan. Zeker in het personen- en familierecht. Het maakt mijn werk zoveel rijker en mijn cliënten zijn beter geholpen en veel tevredener.