Wat is de beste keus (deel 2)

Rients Ritskes, Zen.nl Nederland. Veel mensen zijn afgelopen week begonnen met de koan ‘Wat is de beste keuze?’ en dat op zich lijkt een goede keuze te zijn. De eerste ervaringen zijn heel positief. Ten eerste omdat de vraag gemakkelijk herkend wordt als een belangrijk thema in ons leven. Daarnaast is de koan gemakkelijk te onthouden, en merk je al snel dat ze ook in het dagelijks leven regelmatig en op de juiste momenten oppopt. Je hebt bijvoorbeeld zin in iets lekkers, staat voor de koelkast en denkt ‘wat zal ik pakken?’, en dan popt hij ineens op. De vraag ‘wat is de beste keuze?’ helpt je om eerder niets te pakken, omdat dat zeer waarschijnlijk de beste keuze is. Of zoals iemand zei: ‘deze koan kust mijn geweten op de juiste momenten wakker’, en precies zo is deze koan ook bedoeld. Ons geweten is: het weten wat het goede is om te doen. ‘Geweten’ is de verleden tijd van weten en dat duidt erop dat ons geweten vaak te laat spreekt. Deze koan voorkomt dat. Regelmatig delft ons geweten het onderspit ten opzichte van de grote invloed van reclameboodschappen, sociale druk, onze instincten of ingeslepen gewoontes. Deze koan lijkt op effectieve wijze een beter evenwicht te bewerkstelligen tussen geweten en gewoontes. We zijn van plan een half jaar te werken met deze koan en ik ben na deze succesvolle start heel benieuwd tot welke inzichten en effecten ze ons gaat leiden.



Het verkeerde mailtje

Het leek wel een feestweek, want het is natuurlijk heel fijn te zien dat zoveel cursisten in den lande aan de slag gaan met ‘Zen en keuzes maken’, en met bovenstaande koan tot nieuwe inzichten komen. Een van de andere inzichten is hoe weinig bewust we ons zijn van de keuzes die we maken. Overdag moet je er duizenden maken, maar je staat slechts stil bij enkele daarvan. Aan de ene kant is dit natuurlijk goed en zelfs noodzakelijk. Je zou namelijk gek worden als je bij elke letter die je tikt te lang stil zou staan. Aan de andere kant is het zo dat hoe meer je er bij stilstaat, hoe minder tikfouten je maakt. Nu worden tikfouten ons tegenwoordig niet meer zo zwaar aangerekend, maar als je net niet de goede toon in je mailtjes of appjes gebruikt, kan dat soms wel heel vervelend uitpakken. Wie kent dit fenomeen niet? Als je op het moment van het indrukken van de verzendknop even stil had gestaan bij de vraag ‘wat is de juiste keuze?’, had dat veel ellende kunnen voorkomen. Achteraf weet je dat als je er even stil bij had gestaan, je had geweten dat het fout zou gaan.

Twee procent bewustzijn

Hoeveel aandacht moet uitgaan naar het bewust maken van keuzes? Zoals gesteld, je bewust zijn van alle keuzes, daar word je gek van, en je er helemaal niet bewust van zijn, maakt je tot slaaf van alles en iedereen om je heen. Een inventarisatie wijst uit dat als alles goed gaat je misschien slechts 1% van de tijd besteedt aan het maken van keuzes. Dat zijn dan keuzes als: welke kleren doe ik vandaag aan, wat zal ik wel en niet zeggen tijdens de vergadering, en neem ik wel of geen biertje bij het eten? De rest draait op routine. Zit je in een of andere crisissituatie, bijvoorbeeld op je werk, dan lijkt het alsof je de helft van de tijd bezig bent met het afwegen van alle relevante keuzes. Daarbij voelt niemand zich echt op zijn gemak. Maar omdat op een aantal andere gebieden in je leven de dingen wel gewoon doordraaien, houd je je goed staande. Wat de koan lijkt te doen is van die 1% bewuste keuzetijd, 2 of 3% te maken. De reden dat dit zo goed voelt is omdat dit ons meer bewust maakt van de vrijheid die we hebben om de dingen te doen die we echt willen doen. Dus juist als het niet door een crisis afgedwongen wordt om stil te staan bij keuzes, is het mogelijk je meer bewust te zijn van de keuzevrijheid die je hebt en zo te doen wat je ten diepste wilt.



Oerbubbels werken door in alle keuzes

Juist als het goed gaat is er dus de ruimte om te reflecteren op je keuzes en daarmee meer inzicht te krijgen in de achtergronden van je routines. Het huiswerk voor de gevorderdencursisten is dan ook om komende week eens stil te staan bij de vraag welke invloed oerbubbels hebben op je dagelijkse activiteiten. Dat klinkt moeilijk, maar met een paar eigen voorbeelden kan ik het gemakkelijk verduidelijken. Zo las ik gisteren de krant en toen ik hem dichtsloeg vroeg ik me af welke oerbubbel er achter mijn leesgedrag schuil zou kunnen zijn gegaan. Ik betrapte me er op vooral het artikel over een hoogleraar te hebben gelezen die kunstenaars begeleidt bij het promoveren op onderzoek naar de invloed van hun eigen werk. Ik realiseerde me toen dat ik eigenlijk ook wel had willen promoveren, maar van huis uit de lol in het studeren niet echt heb meegekregen. Integendeel, mijn moeder stak vaak de draak met wetenschappers en plaagde mijn toen nog vriendin, die Diergeneeskunde studeerde, graag met wat ze allemaal niet wist. “Of, dat heb je nog niet geleerd zeker!?” voegde ze alvast maar toe aan de vragen die ze Merel stelde. Waarom had ze geen hoge pet op van studeren? Was het misschien omdat haar broer wel naar de grote stad mocht om te studeren en zij maar naar de Pedagogische Academie moest? Een oerbubbel die mijn krantlezen tot gisteren onbewust beïnvloed heeft?!

Het verkeerder ritme

Nadat ik even koffie had gedronken, de krant had gelezen en had ontdekt dat jaloezie als oerbubbel schuilging achter mijn krantleesgedrag van die dag, begon ik aan de les over de invloed van oerbubbels in de dagelijkse keuzes die we maken. Na heerlijk buiten met de groep te hebben gemediteerd zongen we de hartsutra, waarbij ik op de houten drum het ritme aangaf. Ik doe dat op een ongebruikelijke wijze, namelijk met veel variatie in het ritme. Dat doet voor zover ik weet niemand in de zentraditie, maar ik wel. Ik heb al honderden zenleraren en priesters op de houten drum horen slaan en iedereen doet het keurig: ‘boem, boem, boem’, een slag per te reciteren lettergreep. Waarom varieer ik daar lustig op los? Dat had ik mij nog nooit zo afgevraagd en vroeg de deelnemers of ze het wel leuk vonden. Ze waren zo aardig om positief te reageren en een van mijn aanwezige junior leraren gaf aan het zo leuk te vinden dat hij er ook al mee was begonnen. Toen heb ik verteld dat ik net had ontdekt dat er een oerbubbel onder zit. Ik was een jaar of negen en we deden met de school mee met de avondvierdaagse in het dorp. We moesten als klas in de maat lopen en de leraar droeg mij op om met een stok op een trommeltje het ritme aan te geven. Het ging prima, we liepen meer in de maat en ik trommelde ‘boem, boem, boem’ op de maat van onze stappen. De volgende ochtend zei de schoolmeester dat ik het helemaal verkeerd had gedaan en dat ik het niet weer hoefde te doen. Zoals ik het had gedaan, leek het wel een begrafenis stoet. Hij heeft ook niet iemand anders gevraag. Het was stil die avond. We liepen minder in de maat en ik vond het heel stil, net een begrafenisstoet. Nu trommel ik, denk ik, zoals mijn meester op de lagere school het had gewild, en dat bevalt mij en de groep gelukkig heel goed.