Samen naar verlichting

Walter Jacobs, Zen.nl Vught. Legendarisch is het verhaal over Hui-neng die, onbeschaafd en ongeletterd, uiteindelijk werd aangewezen als zesde zen-patriarch. De vijfde patriarch wilde zijn opvolging regelen en nodigde zijn monniken uit een gedicht te schrijven waaruit moest blijken in hoeverre de schrijver verlichting had gerealiseerd. Wie blijk zou geven van deze realisatie zou de zesde patriarch worden.
Er was geen monnik die de moeite nam om een gedicht te schrijven, want iedereen ging ervan uit dat de hoofdmonnik de opvolger zou worden. Deze wist zelf ook dat hij de gedoodverfde opvolger was en dat maakte hem juist onzeker. Hij durfde zijn gedicht niet aan de vijfde patriarch te overhandigen. In plaats daarvan schreef hij hem anoniem op een muur in de hal van het klooster. Het gedicht luidde:


Ons lichaam is de bodhi-boom,
En onze geest een heldere spiegel.
Met zorg maken we hem dag na dag schoon,
En laten er geen stof op neerdwarrelen.




"Ons lichaam is de bodhi-boom,
En onze geest een heldere spiegel."


De patriarch gaf aan dat het gedicht bewees dat de auteur ervan de essentie van de geest nog niet had gerealiseerd. Hij stond aan de poort van verlichting, maar was nog niet binnengetreden. De patriarch had wel door dat het de hoofdmonnik betrof en gaf hem nog een kans om een nieuw gedicht te schrijven. De hoofdmonnik was echter volledig geblokkeerd en kwam niet tot een nieuw gedicht.
De patriarch had de monniken wel opgedragen het gedicht te bestuderen en te reciteren, zodat ze de essentie van de geest zouden kunnen realiseren. En zo hoorde Hui-neng op een keer het gedicht. Hij vroeg wat het voor tekst was en verzocht een monnik vervolgens het volgende gedicht op een muur in dezelfde hal te schrijven:


Er is geen bodhi-boom,
En er is ook geen heldere spiegel.
Aangezien alles leegte is,
Waarop kan het stof dan neerdwarrelen?

De monniken waren onder de indruk. De patriarch zag dat de dichter de essentie van de geest had gerealiseerd en liet juist daarom het gedicht direct uitwissen, om de auteur te beschermen tegen jaloezie. Hui-neng was immers nog maar korte tijd in het klooster en bovendien van onbeduidende afkomst. De patriarch verkondigde dat ook dit gedicht niet voldeed. Die nacht echter droeg hij het patriarchaat over aan Hui-neng en hielp hem ook meteen het klooster te ontvluchten. De jaloezie die zou ontstaan na het bekendmaken van de dharma-overdracht zou levensbedreigend zijn voor Hui-neng. Na vele jaren van ontbering en bedreiging werd Hui-neng toch erkend als patriarch en bovenal als groot zen-leraar.
Het verhaal wordt doorgaans gezien als voorbeeld van het belang van de ‘beginnersgeest’. Dat kennis en afkomst geen voorwaarden zijn voor wijsheid, dat deze zelfs in de weg kunnen zitten. Hui-neng is het bewijs dat verlichting is weggelegd voor iedereen.
Minstens zo belangrijk in het verhaal is hoe het gedicht van Hui-neng tot stand is gekomen. Namelijk als reactie op het eerste gedicht, dat van de hoofdmonnik. Heel direct zelfs. Zou Hui-neng op zijn gedicht zijn gekomen zonder het gedicht van de hoofdmonnik?


"Het verhaal van de beide gedichten maakt duidelijk dat verlichting een proces van interactie is."


We zouden ons zomaar blind kunnen staren op de verlichting. Door bijvoorbeeld te proberen het gedicht van Hui-neng te doorgronden. Dat was immers zijn proeve van verlichting. Maar in het eerste gedicht, dat van de hoofdmonnik, staat wat je kunt doen. Het maakt duidelijk dat er altijd werk aan de winkel is, dat je nooit klaar bent en steeds opnieuw kunt beginnen. Het is wellicht ook daarom dat de vijfde patriarch het gedicht van de hoofdmonnik liet staan en die Hui-neng liet uitwissen.
Het verhaal van de beide gedichten maakt duidelijk dat verlichting een proces van interactie is. Zonder het gedicht van de hoofdmonnik geen gedicht van Hui-neng. Zonder de niet-realisatie van de hoofdmonnik geen realisatie van Hui-neng. De spiegel staat symbool voor reflectie en interactie. Door de ander neem je meer waar, neem je beter waar, zodat je helderder voelt, denkt en passender handelt. Ondertussen oefen je zelf, doe je je best en wellicht neemt de ander meer en beter waar door jou.
Dag na dag onze spiegel schoon maken, dat is wat ons te doen staat. ‘Ga door!’, is het devies. Want zelfs als jij niet het juiste inzicht hebt, zou je zomaar een ander tot het juiste inzicht kunnen brengen.

[Gedichten uit: De Sutra van Hui-neng. Vertaald door Wong Mou-lam. Nederlandse vertaling door Filip Pieters. Uitgeverij: Ankh-Hermes, 2001]