Libelle focust fenomenaal


Libelle focust fenomenaal



Olga M. Teunissen, Zen.nl Nijmegen

Zondagochtendrust. Ik sla de wetenschapsbijlage van de NRC (5/6 aug 2017) open en een prachtige paginagrote foto van een prooiverslindende libelle komt me tegemoet. ‘Libellenbrein heeft prooicel’ kopt het artikeltje van Marcel aan de Brugh.
Libelle focust fenomenaal

De afgebeelde foto heeft weinig woorden nodig. De tekst kan dan ook kort zijn en roept bij mij direct associaties op met Zen. De essentie is als volgt:

De oeverlibelle op de foto heeft net een gaasvlieg gevangen. Libellen hebben in hun brein gespecialiseerde neuronen waarmee ze een doel kunnen detecteren en volgen. Een zo’n neuron is nader onderzocht en recent beschreven in het onlinetijdschrift eLife (27 juli). Dankzij dit neuron kan de libelle anticiperen waar een bewegend doel terecht gaat komen; dat kan een prooi zijn, maar ook een partner of een concurrent. In het gebied vóór het doel is de gevoeligheid van het neuron enorm verhoogd. In een interview noemt een van de auteurs, David O’Carroll, dit gevoelige gebied de hot spot of attention. Zo kan een libelle zijn aandacht gevestigd houden op één doel, in een zee van visuele prikkels van bewegende planten, struiken en water. Is het doel even uit beeld, dan vervaagt het. Totdat er weer een nieuw doel voorbij komt.

Het verband tussen aandacht en doelen triggert mij. Hebben dieren een streepje voor, omdat ze - tenminste dat denken wij - niet kunnen ‘denken’? Leidt denken de aandacht af? Wat heerlijk, als het doel (het object) uit beeld verdwijnt, dan is het even rustig. Het vervaagt gewoon tot er in het kleine libellenkopje een nieuw doel voorbij komt. Hoe anders is dat bij ons?

Ik mijmer verder. De libelle anticipeert op zijn (bewegende) doel. De focus ligt op het gebied vóór het doel. Voor de libelle is dat een kwestie van overleven. In het dagelijks leven doen wij dat ook. Denk aan de vecht-of-vluchtreactie bij gevaar. Wegrennen op het moment van de botsing is te laat. De doelen van de libelle zijn onvoorspelbaar en grillig, afhankelijk van het moment. Onze doelen kunnen zeer bewust en vastbesloten gekozen zijn – denken wij. Veel neurowetenschappers, onder wie Victor Lamme, zijn er op basis van onderzoek stellig van overtuigd dat de vrije wil niet bestaat en vrije keuze dus ook niet. Ons brein bepaalt, en achteraf rationaliseren we die keuze.
         Ik zoek de parallellen. Het lijkt soms of wij alleen maar onze hot spot of attention najagen. We hebben het niet voor niets over het na-jagen van doelen! Kenmerken zijn: vaart en beweging, het doel ligt altijd vóór ons, weinig tijd voor reflectie en dus zeker niet voor achterom te kijken. De opwinding, de kick zit voor velen in de jacht op het doel en niet in het bereiken van het meestal vluchtige resultaat.
         Ons hoofd lijkt dus een beetje op het libellenbrein. Het zit vol met ‘prooicellen’. Meestal zijn we ons daar nauwelijks van bewust. Dit kan een leven lang voortduren. En daar is dan ineens het einde. Geleefd, niet bé-leefd. Verstrooid, zou Kierkegaard zeggen.

Het lezen over de libelle confronteert me op deze zonnige zondag opnieuw met de essentie van Zen. Immers,
- Zen is doelen stellen: met aandacht bij je eigen doel blijven in plaats van voortdurend wisselende doelen na te jagen.
- Zen is niet-denken: jezelf voortdurend blijven betrappen op eigen gedachten, je oordelen ‘on hold’ zetten, observeren en loslaten. Je bewust worden van de muppets Statler en Waldorf in je hoofd (zoals Paul Smit het benoemt). Of je ontdoen van de kwebbelbox (Victor Lamme). Het ontembare paard beteugelen.
- Zen is niet-najagen maar kalm observeren: onze symbolische prooicellen tot bedaren brengen. Handelen door niet-handelen. Zen is een uiterste oefening in het leegmaken en het handelen volgt vanzelf. We hoeven daarvoor geen martiale kunsten te beoefenen, in alle eenvoud een kop thee zetten en met aandacht drinken is genoeg, of zomaar wat mijmeren over een libelle.

Af en toe een leeghoofd durven zijn ...



Nooit meer te druk