Na Boeddha en Kant, Verlichting 3.0



Joke Hermsen

Rients, Zen.nl Nijmegen
De roerige tijd waarin we verkeren, vraagt om een nieuw antwoord op de oude vraag: Wat is Verlichting? In 2009 schreef ik een essay met deze titel. Het werd gepubliceerd in het gelijknamige boek. De conclusie die ik daar trok was, dat het begrip Verlichting op veel verschillende wijzen gedefinieerd wordt en het antwoord dus afhangt van de definitie die men kiest. Toch wil ik hier een lans breken voor één definitie.

De Oosterse Verlichting in de praktijk
In de komende Zen filosofieweek van 3 t/m 7 juli 2017, die als thema heeft: De Oosterse en Westerse Verlichting in de praktijk zullen twaalf inleiders hun visie geven op dit onderwerp. Ieder voor zich zal een benadering kiezen vanuit een bepaalde visie of historische context. Niemand zal, denk ik, de pretentie hebben het hele onderwerp van Oost tot West tot in detail te kennen. Daarvoor is het teveelomvattend Maar juist omdat ik niet super gespecialiseerd ben en vooral vanuit een praktisch oogpunt naar alle opvattingen op dit gebied kijk, heb ik een rode draad ontdekt die indirect ook het thema voor deze week vormt. Deze rode draad begint bij de figuur van Boeddha. Volgens de overlevering was hij de eerste Verlichtingsfilosoof. Hij was op zoek naar de ultieme wijsheid en vond die niet in de bestaande theorieën.

Door veel mediteren en gebruik te maken van zijn eigen gezonde verstand kwam hij tot Verlichting, dat wil zeggen het ultieme inzicht dat er geen zelf is en dat alles voortdurend verandert. Hij verkondigde vervolgens zijn leer, die een uitwerking was van dit door hem opgedane inzicht. Hij zette zich daarbij af tegen veel van de gangbare opvattingen, zo ook tegen het op erfrecht gebaseerde kastensysteem in India. In de praktijk betekende Verlichting in zijn traditie, dat niet de afkomst bepalend was voor je status, maar de mate van inzicht. Vele eeuwen later zien we in de Westerse geschiedenis iets vergelijkbaars gebeuren, waar in de zeventiende en achttiende eeuw, op basis van de ideeën van de Westerse Verlichtingsfilosofen een min of meer succesvolle poging wordt gedaan om de macht van de adel te breken.

Verlicht ben je volgens het (Mahayana-) boeddhisme als je jezelf het ultieme inzicht hebt eigengemaakt en dat inzicht met zo veel mogelijk mensen deelt. Het inzicht dat alles en iedereen voortdurend verandert, waardoor een eeuwige vaste essentie wezenlijk ontbreekt. Er is dus niets vast of zeker en er is dus ook geen onveranderlijk zelf; daarmee vervalt de basis van een op erfrecht gebaseerde sociale orde in de maatschappij. Het gelijkheidsbeginsel is geboren.

Verschil Oosterse en Westerse Verlichting in de praktijk
Waarin verschilt de Westerse van de Oosterse Verlichtingsfilosofie? In essentie verschillen ze niet van elkaar. Beide stromingen bepleiten op basis van het gelijkheidsbeginsel een verandering ten opzichte van de bestaande vaste normen en waarden en streven naar de emancipatie van individuen en het rationele denken. Beide roepen de mensen op zelf inzicht te ontwikkelen en niet langer een waarheid, ordening of een stand van zaken die van bovenaf wordt opgelegd, klakkeloos als waar aan te nemen. Zowel in de tijd van Boeddha, als in de tijd van Descartes, Spinoza en Belle van Zuylen ging dat ten koste van de bestaande religieuze en culturele instituties. (Tijdens de Zen filosofieweek zal Joke Hermsen spreken over Belle van Zuylen) Dat de verschillen in essentie niet zo groot zijn, komt mede doordat filosofen als Hume, Kant, Spinoza en daarmee indirect ook Belle van Zuylen en vele andere Verlichtingsfilosofen, hun inspiratie voor een kleiner of groter deel vonden in oosterse filosofische teksten waarvan er steeds meer in vertaling verschenen. Tot in de recente geschiedenis willen niet alle Westerse filosofen dit weten, maar de feiten zijn vaak onmiskenbaar. Zo kende Heidegger, die overduidelijk beïnvloed is door de zenfilosofie, Suzuki persoonlijk. Maar nergens maakt hij gewag van zijn kennis van het zenboeddhisme. Wel is er een ansichtkaart van Heideggers hand bewaard gebleven, waarin hij Suzuki persoonlijk bedankt voor het inleidende boek over Zenboeddhisme, dat hij van hem cadeau had gekregen. Eerder duikt de gedachte van ‘geen zelf’ bijvoorbeeld ook duidelijk herkenbaar op bij David Hume, die via verschillende wegen ook kennis heeft kunnen nemen van de hem beschikbare vertalingen van Boeddhistische teksten. En via Hume hebben deze zeer centrale gedachten uit het boeddhistische denken over het zelf en causaliteit ook het werk van Kant en anderen Verlichtingsfilosofen sterk beïnvloed.

Verlichting 3.0 in de praktijk
In plaats van te spreken over Oosterse en Westerse Verlichting, kunnen we beter spreken van De Verlichting 1.0 en 2.0 en ik hoop dat de komende Zen filosofieweek een uitgangspunt zal bieden voor het ontwikkelen van De Verlichting 3.0. Want het Verlichtingsdenken lijkt behoorlijk losgeslagen te zijn. In de Westerse (niet-Islamitische) wereld is niet alleen het gezag van kerk en staat behoorlijk aan het afnemen, ook de journalistiek en wetenschap worden minder en minder geloofd. Dit op zichzelf is niet erg en kan nog worden gezien als de volgende emancipatieontwikkeling vanuit het idee van ‘niet geloven van het gezag’. In combinatie met het doorgeschoten zogenaamde rationalisme en het sinds De Verlichting 2.0 aangewakkerde individualisme, maakt dat het de hoogste tijd wordt voor De Verlichting 3.0. Het individualisme maakt nu immers van bijna ieder mens op de arbeidsmarkt haast noodzakelijk een individualistische en egocentrische ondernemer; en de grote mondiale onderneming zijn de machthebbers van deze tijd, die hun invloed bij voorkeur zo onzichtbaar mogelijk vergroten. Het korte-termijn-rationalisme gecombineerd met het ongebreidelde individualisme, maakt De Verlichting 3.0 noodzakelijk en dat is een Verlichting die voortbouwt op de versies 1.0 en 2.0, maar dan inzicht verkiest boven korte-termijn-rationalisme en daarnaast duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan.

Verlichting 3.0 is het streven naar meer inzicht voor iedereen en naar een verdere emancipatie van het individu, in een gezonde samenhang met zijn omgeving. Dus het streven naar duurzaam geluk voor zo veel mogelijk mensen.

NB Er zijn reeds meer dan 130 inschrijvingen voor de komende Zen filosofieweek. Klik hier voor het programma en het reserveren van een van de laatste plaatsen.,



Zen filosofieweek
Zen filosofieweek