Nieuw boek Rients

Non-dualiteit in de praktijk



Begin november verschijnt een nieuw boek van Rients met deze titel. Hij schreef het samen met Arthur Nieuwendijk van Zen.nl Amsterdam. Het boek is een weerslag van negen gesprekken tussen Rients en Arthur. Beiden begonnen ooit aan de studie filosofie. Rients hield het al snel voor gezien, omdat de docenten die hij daar tegenkwam op hem een erg ongelukkige indruk maakten. Arthur maakte de studie niet alleen af, maar promoveerde ook en werkte een aantal jaren op de universiteit. De filosoof en de zenmeester ontmoeten elkaar en leggen een aantal bekende oude en moderne filosofen langs de meetlat van praktische wijsheid en ons geluk.

ZenActueel publiceert de komende weken enkele fragmenten uit dit nieuwe boek. Deze week het eerste deel van de inleiding.

Non-dualiteit in de praktijk
Inleiding, eerste deel

De oorzaak en het gevolg van deze zin zijn alleen te vinden in dit moment.

Dit boek wil de lezer een intellectuele meditatie-ervaring laten beleven. De auteurs switchen bewust tussen het absolute en het relatieve niveau, tussen het letterlijke en het figuurlijke. Door die perspectiefwisselingen vaak nadrukkelijk te benoemen, dagen de auteurs de lezers uit deze denkoefeningen bewust mee te doen.
Veel Oosterse filosofieboeken, en in het bijzonder zenboeken, lijken vaak moeilijk te doorgronden, doordat het abstractieniveau hoog is en de denkstappen te groot. Dit boek is een mentale oefening, een training in het herkennen van het absolute in het relatieve en andersom. Dat stelt ons in staat ons zelf en onze ervaringen in een ruimer perspectief te zien, en zo ons denken en ons bestaan te verlichten.

De Chinese zenmeester Shitou, die in de achtste eeuw van onze jaartelling leefde, heeft een gedicht geschreven met de titel ‘Het wezen van het absolute en het relatieve ofwel de overeenkomst tussen wat verschillend is en toch gelijk’. In grote denksprongen toont het gedicht dat er geen zelf is en dat er tegelijkertijd niets is dat wijzelf niet zijn. Met andere woorden: wij zijn alles en niets. De logica en vooral ook het praktisch nut en effect van dit inzicht is wat de auteurs proberen te verhelderen.

Spiritueel ontwikkeld zijn betekent de optimale integratie van het absolute en het relatieve in jezelf. De mate waarin die integratie in de praktijk slaagt, zegt iets over de mate van verlicht zijn. Het is voor velen moeilijk dit proces goed te begrijpen, en bijna niemand slaagt erin daar in het dagelijks leven steeds vorm aan te geven. Door de gesprekken in dit boek zorgvuldig te volgen, traint de lezer zijn of haar mentale conditie. Die oefening baart levenskunst, een kunst die de wijzen onder ons verstaan.

Op het relatieve niveau is dit boek een dialoog tussen een analyticus en een zenmeester en op het absolute niveau is het een innerlijke dialoog tussen onze linker- en rechterhersenhelft. Daarmee is het een dialoog die iedereen eigenlijk altijd met zichzelf voert. Soms worden we gek van die innerlijke kwebbelbox en een andere keer verwonderen we ons juist over de inzichten die daaruit ontstaan. Mediteren is een manier om de kwebbelbox tot rust te brengen, waardoor de energie weer stroomt en de verwondering ruimte krijgt. Deze tekst beoogt hetzelfde te doen. Het is een dialoog tussen twee mensen, maar ook tussen twee hersenhelften. De ene ondervraagt de andere en soms is het andersom.

Nieuw boek Rients