Gevangen in oerbubbels


Gevangen in oerbubbels



Dat zou mooi zijn, je gaat mediteren en direct verdwijnen allerlei gedragspatronen die je in de weg zaten. Nog nooit was je zo sprankelend in je relatie, in vriendschappen en als collega. Maar zo eenvoudig gaat dat niet, blijkt uit dit artikel.

Yvonne Visser, Zen.nl Amersfoort

Jarenlang voelde ik me gevangen. Dat leek wel steeds erger te worden, omdat ik meer en meer ging doorzien dat het alles te maken heeft met de manier waarop ik me opstel in het contact met mijn coach en met anderen. Ik zie en voel dat steeds scherper, wat niet betekent dat het gemakkelijk is ervan los te komen.

Troost
De manier waarop je je gaat verhouden tot belangrijke mensen in je omgeving wordt bepaald door de eerste relaties in je leven, vooral de band met je moeder. We hechten ons aan degene die ons verzorgt. Dat lijkt een volledig natuurlijk proces te zijn; zowel moeder als kind zijn primair zo geprogrammeerd, zou je kunnen zeggen. Bijna elke moeder raakt vertederd door haar baby, de baby heeft een natuurlijk schattigheidsgehalte. De drang van de moeder om voor haar baby te zorgen, wordt versterkt door geluidjes, glimlachjes of gekir van de baby, waarop de moeder vervolgens reageert door aandacht te geven en contact te maken met haar baby. Zo bevestigen moeder en kind elkaar en gaan een hechtingsrelatie met elkaar aan. Voor het kind is het belangrijk die relatie veilig te stellen; zonder de zorgen van de moeder kan het kind immers niet overleven. In een goede, veilige hechtingsrelatie reageert de moeder op een passende manier op haar kindje. Als het kind huilt, troost ze het; als het bang is, stelt de moeder het gerust en als het kind boos is, geeft de moeder het voldoende ruimte om die boosheid veilig te kunnen ervaren.
         Door de reacties van de moeder of vader leert een kind bovendien emoties te verdragen en te reguleren. Zij of hij spiegelt en benoemt de interacties tussen opvoeder en het kindje. In een filmpje over een wetenschappelijk experiment, The still Face Experiment, is goed te zien hoe een kind binnen enkele seconden helemaal overstuur raakt als de moeder niet reageert op de pogingen van het kind om contact te maken.

Emoties kaderen
De emoties van het kind worden door de moeder van een steunend en accepterend kader voorzien. Als dat goed genoeg gebeurt, komt er een veilige hechtingsrelatie op gang. Als de moeder niet voldoende passend reageert, emoties niet goed genoeg kadert, noemen de hechtingsrelatie onveilig. Een veilige hechtingsrelatie is de voorwaarde om tot autonome hechtingsrelaties aan te gaan, relaties waarin je je als volwassene op een gezonde manier kunt handhaven; daarin kun je de eigen grenzen en die van de ander aanvoelen en respecteren. Is de hechting onveilig, dan is het vermogen om met emoties om te gaan minder goed. Het kan dan problematisch zijn om stabiele relaties aan te gaan.
         Tussen deze twee uitersten zijn vanzelfsprekend alle variaties mogelijk. Ieder van ons bevindt zich ergens in dit spectrum, dus tussen absoluut veilig en volstrekt onveilig gehecht. Ongeveer 70 procent van alle volwassenen is voldoende veilig gehecht.
         In zen streven we ernaar om ons te blijven ontwikkelen en volledig mens te worden, om werkelijk autonoom te zijn. Na bovenstaande uitleg zal duidelijk zijn dat de manier waarop we als kind geleerd hebben te hechten daarin een bepalende rol speelt. In de eerste hechtingsrelaties, vooral die met de ouders en broertjes en zusjes, wordt de basis gelegd voor je verdere ontwikkeling. De bubbels die je daar oploopt, klinken door in alles wat je doet en denkt, in wie en hoe je nu bent. De Boeddha heeft het belang van hechten goed doorzien. Binnen Zen.nl noemen we deze basale bubbels dan ook oerbubbels.

Oerbubbels
Als je langere tijd mediteert, komen geleidelijk je oerbubbels in beeld. Het is als een puzzel, waarvan je door de jaren heen steeds weer een stukje vindt en na lang gepuzzel wordt het beeld duidelijk. Dat is een hoogst persoonlijk plaatje, het is de manier waarop jij jezelf bent gaan zien in relatie tot de wereld. In de eerste jaren van je leven heb je de omgeving in je opgenomen. Die wereld heeft zijn kleur gekregen door de persoonlijke uitdrukkingen van je ouders. Zo kun je je voorstellen dat een moeder die erg onzeker is en haar uiterste best doet om alles goed te doen, jou probeert de beschermen tegen alle narigheid en pijn en snel paniekerig reageert als je valt of ziek bent, jouw beeld van de wereld sterk bepaalt. Je zou de wereld kunnen gaan zien als een bedreigende plek, waarvoor je moet oppassen. En je zou jezelf kunnen gaan zien als kwetsbaar en niet in staat om het leven het hoofd te bieden.
         Als je dan bovendien een nogal gevoelige aanleg hebt, zullen de paniekerige reacties van je moeder veel indruk maken en je zou die kunnen opvatten als boodschappen om niet te veel initiatief te ondernemen om de wereld te ontdekken, zodat je moeder niet ontregeld raakt. Als je echter van jezelf een minder angstige en wat meer expressieve en ondernemende aard hebt, zou je de wereld als spannend en uitdagend kunnen gaan zien. En misschien ontwikkel je wel een stoere en ongenaakbare houding om je die angstige, bemoeierige moeder van het lijf te houden.

Gebeurtenissen en relaties die je in de loop van je verdere leven opdoet, nuanceren dit vroeg verworven zelfbeeld wel, maar veranderen die basale ideeën over jezelf en de wereld niet fundamenteel. Misschien ontwikkelt het kind van de overbezorgde moeder zich tot een bedeesde volwassene, die gewoon al gek genoeg vindt, in relaties op zeker speelt en zich inhoudt om de ander niet te veel te raken. Maar ook kan het kind van angstige ouders de wereld gaan ontdekken als backpacker en ervoor waken zich te binden, zodat niemand zich te veel met haar of hem gaat bemoeien.

Je zelfbeeld vinden
Oerbubbels, vroege zelfbeelden, ontstaan dus in belangrijke mate tijdens de eerste jaren van je leven. We noemen die bubbels en beelden gewoonte-energie, een cascade van gevoelens, gedachten en gedragingen, waarmee je steeds opnieuw je eigen illusoire wereld schept. In een langer durende relatie met een zencoach krijg je de gelegenheid om te doorzien hoe je zelf je eigen wereld schept. Juist doordat je coach niet gaat meespelen in het automatische scenario wat je neerzet, houdt die je steeds opnieuw een spiegel voor waarin je jezelf ziet acteren. Dat helpt om de oerbubbels te ontdekken.

Ik denk dat ik – eindelijk! – zicht krijg op mijn oerbubbels. Langzaam wordt dat wat ik al jaren voel iets wat ik kan benoemen, waarvan ik de betekenis en dynamiek ga doorzien. Ik zie nu dat het maar beelden zijn, ideeën over mezelf. Ooit waren die nodig om mijn overleving als hulpeloos, afhankelijk kind te waarborgen, maar nu zijn die niet meer functioneel. Ik vrees dat de gewoontepatronen niet direct verdwijnen, maar door de barst in de oerbubbel komt het licht al wel binnen. Kortom, de afgelopen 12,5 jaar coaching (door Rients) hebben me veel gebracht. Op naar de vervolgde 12,5 jaar van dit spannende leertraject! Zen is een leven lang leren.