Save the world - kill yourself

Save the world - kill yourself



Maaike den Heijer, Zen.nl Utrecht

Elk jaar gaan mijn ouders tussen sinterklaas en kerst naar een groothandel voor restaurants. We kregen ook dit keer weer vele gulle gaven waaronder biefstukjes. Mijn lief vraagt of ik ze wil bakken. Natuurlijk! Tijdens het bakken slaat de twijfel toe. Angst. Ik mag dit niet verpesten. Superduur vlees en hij heeft zich er zo op verheugd. Ik doe dit bijna nooit, heb weinig ervaring. Ik roep vanuit de keuken: ‘Ik kan geen garantie geven dat ze goed lukken. Ik kan alleen garanderen dat ik mijn best doe.’
         En dan valt het kwartje. Dat is niet alleen met biefstuk bakken, dat is met veel dingen zo. Ik wil het perfect doen, maar als dat (misschien) niet kan of gaat... Een herinnering uit mijn middelbare schooltijd popt op. Een klasgenoot had op haar tas een embleem genaaid met de tekst: Save the world - kill yourself. In mijn tienerjaren, van mijn circa veertiende tot mijn 21ste (toen ik helemaal instortte), zong deze zin rond in mij. Onbewust moest ik de wereld redden, ik moest alles goed doen, perfect doen. Ik meende dat je als mens over een flinke dosis hypocrisie moest beschikken om te kunnen overleven. Regelmatig ontbrak die bij mij, maar ik was te bang voor welke daad dan ook.

Nu lees ik het boek Non-dualiteit in de praktijk van Rients en Arthur. Op pagina 142 zie ik dit save-the world-kill-yourself idee terug! Altijd fijn als je niet de enige gek bent, als je iets kunt herkennen. ‘Als je alle ethische normen goed doortrekt, dan blijft er niets anders over dan hooguit bosmonnik worden.’ Als je niet bestaat of je volledig terugtrekt heeft de wereld de minste last van je... Maar wat hebben we dan aan je? Wat is er ethisch aan als je je terugtrekt? Had ik de biefstukjes niet gebakken, dan waren ze niet verpest – maar ook niet te eten.

Ik geef les sinds september. Eerder dan deze september durfde ik het niet aan de introductiecursus te geven. Ik heb niet veel ervaring en natuurlijk moet het perfect. Steeds heb ik het gevoel dat ik meer gelezen zou moeten hebben, meer zou moeten weten, kennen, hebben ervaren of voorleven. Dat ik bijvoorbeeld minimaal tien koans doorworsteld moet hebben, om daar les over te kunnen geven. Kyogen reikt me het volgende aan in de supervisie: we hebben nu deze Maaike nodig. Hij vertelt me over een verslag van een pedagogisch onderzoek: voor de ontwikkeling van kinderen maakte het niet uit welke beelden de ouders over hun kinderen hadden, alleen dat ze die hadden. Kortom: wat uitmaakt, is dat het je iets uitmaakt. Dat doet het me. Kyogens woorden helpen om mijn nieuwe overtuiging en handelen te stutten. Het was geen hypocrisie die ik miste, het was vertrouwen.

Nu bak ik biefstukjes, geef les, schrijf een stuk voor ZenActueel, zonder zeker te weten of ik het goed doe, laat staan perfect... Maar ik doe het met de juiste intentie; dat maakt uit.