Zen heeft mijn leven gered
Foto: Cees Wouda


Zen heeft mijn leven gered



Hij liet een actief muzikaal leven in Amersfoort achter zich toen hij in 2006 intrad in het klooster. Tot zijn grote verdriet kon hij daar na elf jaar niet blijven. Nu zoekt Gert Bremer (66) naar een nieuw doel in zijn leven.

Piet van Dijk (met toestemming overgenomen uit het AD Amersfoort 20-4-2018)

‘Op een zondagmiddag zat ik alleen in mijn grote huis. Ik was gescheiden, en het huis was veel te groot voor een klein mannetje. Ik was koordirigent in de Xaveriuskerk, eindredacteur van een programma over klassieke muziek, en ik was redacteur van godsdienstige radioprogramma’s bij KRO/RKK. Ik was toen 55. Wat moet ik nog ’s?, vroeg ik me af. Dat hield me bezig. Word ik een herhaling van mezelf? Dan mag ik wel opschieten. De panelen begonnen te schuiven. Spiritueel was ik eraan toe om in mezelf te keren. Ik leidde een muzikaal actief leven in de Amersfoortse kerkmuziek. Ik begon het gewicht daarvan ook wel te voelen. Ik begon ook de baasjes in mezelf moe te worden. Iets nieuws, daar was ik aan toe. Er moest geschaafd en geschuurd worden. Ik wilde iets waarover ik niet de regie had. Ik was nieuwsgierig naar wat er nog in me zat. Ik had ook een spirituele honger; dat gevoel was niet goed uitgediept.

Naar binnen
Als een mes dat naar beneden viel, kwam opeens de gedachte op: jij moet naar de abdij in Zundert, de Abdij Maria Toevlucht. Daar ontstond eind jaren zestig een nieuwe beweging van liturgische muziek die me aansprak. Daar werd geëxperimenteerd met nieuwe vormen van kerkmuziek en vanuit de opleiding gingen we daarheen. Bovendien was een jaargenoot van mij ingetreden. Ik kende de abdij en wist wat er geboden werd. Zundert is ook een zenabdij waar ze zenretraites – weken en weekends – houden. Ook dat ligt mij na aan het hart.
         Dat was voortaan wat ik wilde: niet van binnen naar buiten, maar van buiten naar binnen te zingen. Verstild raken. En zo trad ik in. De regel is dat je eerst drie keer wordt weggestuurd. Dan bekijken ze of je de juiste attitude hebt om een geestelijk leven te leiden, anders ga je tegen jezelf in. Na drie jaar deed ik mijn kleine professie, legde enkele geloften af. Na zes jaar volgde de solemnele professie, de eeuwige gelofte, waarmee je ook van al je bezittingen afstand doet. Toen was ik echt de regie kwijt en compleet afhankelijk geworden. Alleen wat boeken en muziek mocht ik houden.
         De Orde van de Cisterciënsers van de Strikte Observantie, waar ik mijn intrede deed, is een heel strenge orde. Zundert is een trappistenklooster. Ja, – u vraagt ernaar – daar maken ze trappistenbier. Zoek in de winkel naar ‘Zundert Trappist’, en je hebt het beste bier. Ik was er op mijn plek. Ik legde ook de gelofte van stabiliteit af, sprak uit dat ik ook de behoefte had nooit meer van deze plek weg te gaan. Het heeft iets te maken met je diepste zijn. Je komt in de abdij op lagen waar je in de supermarkt of de trein niet komt. Ik had mijn leven en de wereld opgegeven.

Terug naar de wereld
Nu ben ik opeens terug in de wereld. Ik kan er niet over uitweiden, maar na elf jaar was er geen plek voor mij in het klooster. Laat ik zeggen dat ik in conflict kwam met het klimaat in de abdij. Tegen mijn zin ben ik vorig jaar teruggekomen in de wereld. Ik had niets. Ik kon een activiteit beginnen, lol maken, maar dat was niet wat ik wilde. Vergelijk het met vluchteling zijn of een scheiding. Ik ben terug in een wereld waar ik met hart en ziel uit wilde. Zen heeft mijn leven gered. Spiritueel wil ik op weg blijven en bezig blijven. Ik ben begonnen met een opleiding tot zenleraar in Amersfoort en werk mee in zengroepen. Zen helpt me mijn leven te verdiepen. Ik ben wel veranderd. Ik ben verstilder geworden, dus de wereld is lawaaiiger geworden. En digitaler. Hoewel ik Facebook wel een mooi medium vind om verbinding te maken met mensen. Ik maak graag mooie teksten bij foto’s en stuur die dan rond. Taalgevoelig was ik altijd wel.

Boek
Zondag komt mijn boek uit, Laat mij maar zingen – Psalmen na geschreven. In mijn zwijgzame jaren in de abdij heb ik veel tijd aan lectio besteed, een geconcentreerde vorm van lezen. Vier jaar lang ben ik door alle psalmen gegaan. Tijdens het lezen groeit er iets, het is een dagelijkse oefening. Ik had er behoefte aan te kijken waar mijn religieuze snaar wordt geraakt. Want in de psalmen gaat het ten diepste over jezelf. Ik schreef op wat in mezelf hoorbaar is. In mijn eigen woorden heb ik de psalmen nageschreven, met een naschrift waarin ik in dialoog ga met het gelezene, met de Ene, de psalmist en met mijzelf. Toen ik de teksten deelde met anderen, kwamen er motiverende en hartverwarmende reacties binnen. Het is zo heerlijk als iemand je herkent. Ik ben wel benieuwd wat vrouwen van mijn teksten denken. Ik noem God geen ‘Hij’ of ‘Heer’, dat vanzelfsprekende is er niet. In noem God de Ene.

Het verdriet blijft. Het rouwproces is niet over. Ik blijf een gelovig mens. Innerlijk blijf ik altijd monnik.’