whatsapp
 

 

ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven




Zen.nl, Zen, meditatie, leren mediteren, Floor Rikken, online, filosofiecursus, Ryokan, Confucius, klooster, monnik, Sutra's, armoede, wijsheid, verantwoordelijkheid, conflict, bedelen, gedicht, plezier, kalligrafie, verlichting, Boeddha, non, samoerai, angst, sterven


Ik ben Ryokan



Nieuwe data zenfilosofiecursus door Rients Ritskes, start wo. 12 mei

Zenfilosofie 5e college door Floor Rikken over Ryokan (1758-1831)

Ik ben geboren in 1758. Als kind noemden ze mij Eizo. In een streek van het land waar de winters zo lang en koud zijn en er zoveel sneeuw valt dat we ’s winters vanaf de eerste verdieping het huis verlaten.
Mijn moeder, een lieve vrouw. Aan haar heb ik alleen warme herinneringen.

Mijn vader, burgemeester van het dorp, ging ervanuit dat ik hem zou opvolgen. Help, nee!

Als kind las ik het liefst, ergens verborgen, de analecten van Confucius. In Confucius herken ik een warm, eenvoudig en onafhankelijk mens, zoeker naar de waarheid.

         Ik herinner me dat ik jong was,
         Ik las, alleen in de lege hal;
         Steeds opnieuw de olielamp bijvullen,
         Had ik geen weet van de lange winternacht.

Na een feestje, ik was 17, besloot ik het klooster in te gaan. Het feest kon mijn zwaar gemoed niet verlichten. Al mijn geld heb ik uitgegeven en nog steeds bleef ik somber. Een andere koers moest ik gaan.
Ik schoor mijn hoofd kaal zodat mijn moeder meteen mijn bedoeling zou snappen. Die dag nog verliet ik mijn ouderlijk huis om naar een nabijgelegen klooster te gaan en monnik te worden.

In het klooster had ik veel tijd voor poëzie. Ik las, ik schreef, ik las, ik schreef, we lazen samen, we schreven samen. Het was een goede tijd.
Tot Meester Kokusen een lezing kwam houden. Bij hem wilde ik in de leer. Ik ben hem gevolgd naar de andere kant van het land, naar zijn trainingsklooster. We woonden daar met altijd minstens 40 monniken. Ik vond het zwaar. De huishoudelijke klussen, houthakken, rijst stampen. Dat zijn de sutra’s van zen.
Tien jaar lang volgde ik het strenge regime en leerde ik de soberheid waarderen.
Ik vat het samen als:
         Als mijn mantel vuil was, waste ik hem;
         Als het voedsel op was, bedelde ik in het dorp.
         Ik verdiepte mij in het leven van voortreffelijke priesters,
         En begon hun lof over de heilige armoede te begrijpen.

Hier las ik voor het eerst een tekst van zenmeester Dogen. Ben geroerd door zijn oproep te leven naar 4 deugden: Vrijgevigheid, vriendelijke woorden, goede werken en mededogen.

Na 10 jaar bij Meester Kokusen, ik was 32 jaar oud, kreeg ik erkenning voor mijn inzicht van mijn leraar. En het inka, certificaat van wijsheid. Mijn leraar schreef een gedicht voor me. Ik zal mijn hele leven certificaat en gedicht koesteren als een grote schat.

         Voortreffelijk! Ge lijkt een dwaas, maar uw principes zijn steeds vrijer van
        bekrompenheid;
         Meer en meer geeft ge u over aan uw lotsbestemming, maar wie kan die doorzien?
         Derhalve geef ik u mijn staf van onbewerkt wisteriahout;
         Moogt ge overal rust vinden als binnen de muren van deze tempel.

En ik kreeg de naam die ik ben blijven dragen: Ryokan Taigu. Ryokan: goed en vrijgevig/ruimhartig en Taigu: grote dwaas.

Kort daarna stierf meester Kokusen en heb ik de trainingstempel verlaten om te gaan zwerven als een langstrekkende wolk.

Wat is mijn wijsheid?

Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Gelijk een dwaas te zijn.
Vrijgevigheid, vriendelijke woorden, goede werken en mededogen.
Na tien zware jaren kwam de waardering voor de soberheid.
Proberen te leven volgens de vier deugden.
Overal rust vinden als binnen de muren van deze tempel.
Als mijn mantel vuil was, waste ik hem.
Het doorzien en leven van je eigen lotsbestemming.
Rust vinden ook buiten de tempelmuren.
Overal rust vinden.
De rijkdom van de armoede en de eenvoud ontdekt.
Lezen als opmaat naar leven.
In het dagelijks leven vind je de sutra’s van Zen.
Dwaasheid en certificaten.
Leven volgens de vier deugden: vrijgevigheid, goede werken, vriendelijke woorden, mededogen.
Soberheid kun je leren waarderen.
Dwaas! U bent steeds meer vrij van bekrompenheid.
De hagen en struiken (s)preken tot ons een staf van de blauwe regen.
De open blik van een dwaas.
In mijn dwaasheid woont mijn wijsheid.
Zwerven als een langs trekkende wolk.
De leegte van depressie van jong zijn vullen met niet-dwaze vrijgevigheid.
Het realiseren wat het belang/de betekenis van armoede is.
Studie en discipline nodig om jezelf te leren kennen.
Ik begrijp de bijnaam niet: Taigu grote dwaas?

Ik begon een lange zwerftocht. Ik had abt kunnen worden en mij vestigen maar ik ben niet geschikt voor een leven van verantwoordelijkheden en verdraag slecht de conflicten die onvermijdelijk lijken te horen bij taken als burgemeester of abt. Ik bind mij niet. Ik vestig mij niet. Ik leef en ben afhankelijk van wat ik tegenkom op mijn pad. Wat de mensen mij geven. Ik bezit mijn mantel, en mijn bedelnap.
Bedelen is de hoofdwet van Boeddha, prins der bedelaars, voor de monniken. Mijn bedelnap vond ik langs de kant van de weg. Zij is nog zo goed en ze is me zo trouw. En ik zo vergeetachtig. Soms ben ik haar kwijt. Mijn enige troost is dat niemand haar mee zal nemen.

Ik ben graag alleen, ook al houd ik van mensen.

Als ik 40 ben pleegt mijn vader zelfmoord. Ik ga terug naar mijn geboortestreek. Ik treur om mijn vader. Ik treur om mijn moeder, die al eerder overleed. Ik treur om mijn vrienden van vroeger die nu liggen onder een met mos begroeide steen. Ik betrek een kluizenaarshut.

In alle jaren dat ik daar woon heb ik één leerling. Miwa Saichi. Als hij sterft, na twintig jaar van ons samenzijn dan ben ik diep bedroefd.
         Hier in het dorp
         Zoveel mensen
         Komen en gaan
         Maar wanneer geen van hen jou is
         Kan het heel eenzaam zijn
Hij begreep dingen die anderen ontgaan.

Mijn zen druk ik vooral uit in de sutra’s van het dagelijkse leven. Als ik werk zie dat gedaan moet worden dan helpen mijn handen. Of ik mediteer op de veranda en laat de stilte zijn. De boeren op het land en de mensen in het dorp zijn mijn vrienden. Op mijn bedelrondes maak ik geen onderscheid. Ik ga bij iedereen langs. Boer, bakker en bordeel. Zij allen hebben het recht op het geven van een aalmoes aan deze zwervende monnik.

Soms schrijf ik ook een gedicht om mijn zen uit te drukken.

         Verwarring en verlichting zijn afhankelijk van elkaar,
         Principe en actualiteit zijn uiteindelijk hetzelfde –
         De hele nacht, sutra’s zonder woorden;
         Vanavond tot ochtend, zen zonder zitten.
         De tjiftjaf zingt in het bosje bij de rivier,
         Een dorpshond blaft naar de maan.
         Ik heb niemand om mijn gevoelens mee te delen,
         Dus ik schrijf wat in mijn hart is.

         Wie zegt dat mijn gedichten gedichten zijn?
         Mijn gedichten zijn geen gedichten.
         Als je weet dat mijn gedichten geen gedichten zijn,
         Dan kunnen we over poëzie gaan discussiëren.

Ik schrijf liever in Japans, dat door meer mensen te lezen is, dan het Chinees. Iemand zei ‘je gedichten zijn zo moeilijk te lezen. Kun je niet iets heel simpels schrijven dat iedereen kan lezen. Ik schreef: 1 2 3. Ik schreef A B C.

Ik kalligrafeer ook graag. Als ik genoeg papier heb.

Laatst kwam er iemand op bezoek om over poëzie, en sutra’s en kalligrafie te spreken. We hadden het zo goed samen. Een diep en warm gesprek. Op enig moment was de sake op. Ik zei, ik loop wel naar het dorp om nieuwe te halen. Ik ging, en…. Ik keek omhoog…. Heb jij vandaag de maan al gezien? Hij is smal en dun. Een sikkel in de lucht. Kijk ernaar. Kijk ernaar en ga erin op.
Dat is wat ik deed. Op enig moment stond mijn bezoeker naast me. Waar bleef je nou? Ik ben alsnog de sake in het dorp gaan halen.

Wat is mijn wijsheid?

Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Ik leef en ben afhankelijk.
Iedereen heeft het recht om iets in mijn bedelaar te doen.
Ik ben niet geschikt voor het dragen van verantwoordelijkheden.
Ik leef en ben afhankelijk van wat ik tegenkom op mijn pad.
Ik ben graag alleen ook al houd ik van mensen.
Geef je over aan het moment.
Zat ik daar, met de maan.
Alsnog sake gaan halen.
Ik bind mij niet.
De eenzaamheid ondergaan.
Ik ben graag alleen.
Heb jij vandaag de maan al gezien?
Hond, Tjiftjaf, Maan, Zen.
Laat de stilte zijn.
Wanneer geen van hen jou is, kan het heel eenzaam zijn.
De maan zien is het meest belangrijke dat er nu is.
Spreek de taal van degene die luistert.
Van de maan genieten terwijl je eigenlijk sake zou gaan halen.
Op een rotsblok zitten met de maan, en vergeten sake te halen.
Is mijn wijsheid je doel vergeten?
Overal klop ik aan, iedereen heeft het recht een aalmoes te geven.
De vrijheid om een aalmoes te mogen ontvangen ligt in het anderen gunnen een aalmoes te mogen geven.
Principes en actualiteit zijn uiteindelijk hetzelfde.
Genieten van wat er op je pad komt, ook al moet je wat anders doen.
Wanneer geen van hen jou is, dan kan het eenzaam zijn...ik ben de maan.
Als ik iets tegen kom waar ik in op ga, mag ik afwijken van wat ik afgesproken heb.
Laat je altijd weer door het grootst en het kleinste verwonderen.
Zen zonder te zitten.
Ieder heeft er recht op deze oude monnik een aalmoes te geven.... (wijsheid van Ryokan, mijn bubbel).
Genieten van het moment.

Ik maak geen onderscheid tussen mensen;
Zwerven brengt je ergens;
Heb jij vandaag de maan al gezien?
Verwarring en verlichting zijn afhankelijk van elkaar.
Wees jezelf of wordt jezelf.
het doel is niet belangrijk, slechts de reis doet er toe.

De kinderen herkennen me als ik in mijn omzwervingen weer langskom.

Ik speel kaatsbal met de kinderen.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven.

Het spel spelen, geen winnaar, geen verliezer. Plezier en verlichting wordt groter door het te delen. In mijn mouw altijd een stoffen bal zodat het spel gespeeld kan worden.

         In de tien windrichtingen van het boeddhaland
         Is er slechts een voertuig.
         Als we helder kijken, is er geen verschil in alle leringen.
         Wat is er te verliezen? Wat is er te winnen?
         Als we iets winnen, was het er al vanaf het begin;
         Als we iets verliezen, is het dichtbij verstopt.
         Kijk naar de stoffen bal in mijn mouw –
         Dit is zeker het kostbare juweel van de verlichting.

Ik speel graag met de kinderen. Verstoppertje of, wat ik ook graag doe, dat we spelen dat ik dood ben en dat ze mijn begrafenis verzorgen. Ze bedekken me met bladeren en maken er een mooie uitvaart van. Laatst liet ik ze schrikken. Ik hield mijn adem in. De jarenlange meditatietraining heeft ervoor gezorgd dat ik mijn adem wel minutenlang kan inhouden. Eentje begon aan mij te trekken en zei tegen de anderen. Hij ademt niet meer. Ik kwam overeind. We gierden het uit. Ik had ze tuk!

Mensen waarderen mijn kalligrafieën. Dat is fijn want als ik om spullen verlegen zit dan kan ik mijn kalligrafieën ruilen voor de wat sake, zeewier of een beetje olie voor de lamp. Maar soms wil iemand te graag mijn werk. De kapper laatst. Hij scheerde mij half en hield toen op. Ik wil dat je een geluksteken voor mij penseelt. Dat deed ik met niet met de gebruikelijke acht streken, ik deed er zeven. Toen hij dat door had werd hij boos. Tsja…. Ik wilde ook niet half geschoren worden.

Ik weet dat mensen mijn kalligrafieën graag willen hebben. Ik was bij vrienden op bezoek die de oude deksel van hun rijstpot wilden weggooien. Hoe kunnen ze die deksel, die hun zolang zo trouw heeft gediend, laten gaan? Ik schilderde er drie tekens op Hart – Cirkel – Maan. Ze lieten de deksel repareren en mijn tekens uitsnijden uit het hout. Nu zal het deksel jou en mij overleven.
De kinderen vroegen mij om tekens op een papier waarmee ze een vlieger wilden maken.

         Hemel – Omhoog
         Groot – Wind

Veel later hoorde ik dat een slimme buurman het papier aan de kinderen had gegeven om zo een kalligrafie van mij te krijgen. Hij wist dat ik de kinderen nooit iets zal weigeren.

Af en toe nodig ik vrienden uit. We hebben het goed samen. Met de giften die ik krijg. En wat de natuur ons schenkt.

Ik woon in een gebied waar veel aardbevingen zijn. Na weer een grote ramp zijn er veel doden. Ik schrijf:

         Oog in oog
         Met de dood
         Toch voortleven
         Om de wereld te zien lijden
         Lijkt te droevig om te verdragen

Wat is mijn wijsheid?

Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Wel goed maar niet gek zijn.
Het spel spelen, geen winnaar, geen verliezer.
Plezier en verlichting worden groter door het te delen.

Nooit te oud om te spelen.
Wat valt er te verliezen?
Speel met kinderen.
In mijn mouw altijd een stoffen bal om mee te spelen.
Je bent nooit te oud om te spelen.
Spelen!

Duurzaamheid.

Doe waar je goed in bent, wat je graag doet, en waarmee je van betekenis kunt zijn.

Kies je spelers.
Hoe kunnen ze die arme deksel, die hun zolang trouw is geweest, wegdoen.
Speel met wat er is, de restjes. Dat kunnen, geeft verlichting.
Speel het spel, ook die van de dood / de dood is ook een spel.
We hebben het goed samen, met de giften en wat de natuur ons schenkt.

De dood als vriend te zien geeft de rust om het leven te nemen zoals het komt.
Luchtig en speels en daarnaast ook serieus met de dood om kunnen gaan.
Volledig opgaan in het spel.
De onvrijheid voelen in wat je vrijelijk geeft, door wat anderen opeisen.
Geloven in je spel.
Ik kan mijn kalligrafieën ruilen voor andere zaken.
Sutra een nacht lang zonder woorden.
De begeerte van mensen doorzien.

In 1826 ben ik 68 jaar oud. Mijn lichaam wordt te stram om in de kluizenaarshut te blijven wonen. Ik trek in bij de familie Kimura. Ik mag in een buitenverblijf op hun terrein wonen. Soms voel ik mij verwant met de vogels in hun kooi. Warm en veilig maar niet meer vrij vliegend door de wereld. Ik word een oude man.

Maar in dit verblijf krijg ik bezoek. Van Teishin, 29 jaar oud, non en beeldschoon.

Teishin: Haar vader een samoerai. Haar moeder weet ze niets meer van.
Ze trouwde toen ze 18 was en na een paar jaar al werd ze weduwe.
Ze werd non, rondreizend en bedelend voor haar voedsel, net als ik.
Ze had gehoord van mij, en besloot bij mij langs te gaan. Misschien kan ik haar helpen met het ontdekken van haar poëzie.
Ze werd mijn leerling. Ze werd verliefd. We schreven samen poëzie.

Toen zij mij voor het eerst ontmoette schreef ze:
         De vreugde u zo
         Voor het eerst te ontmoeten
         Is voor mij een droom
         Waaruit ik nog niet ontwaakt ben
         Of ooit ontwaken zal

Ik antwoord:
         In een droomwereld
         Dromen wij opnieuw
         En spreken daar dan over.
         Omdat alles slechts een droom is,
         Moeten wij dat maar zo laten.

Hoezo onthechting! Ik geef om deze man. Ik geef om deze vrouw. Deze liefde is wat wij mensen zijn. Zolang we kunnen zien dat ook dit stroomt, stromen wij zo de eeuwigheid in.

Wie zal zich verwonderen en opwinden over de aard van onze relatie. Twee mensen die zich diep verbonden weten en elkaars binnenste beroeren.

De relatie tussen twee mensen is nooit het probleem. Onze ideeën erover, grijpen, angst voor verandering, wat anderen ervan vinden. Door die angsten heen te breken en onze liefde te voelen. Ik help Teishin met het trainen van haar kalmte van geest. In deze almaar vliedende wereld is ons samenzijn een groot geschenk.

         We beoefenen transcendentie, en we blijven voelen als mensen.
         Diepe acceptatie van onze menselijke aard;
         Liefde voor al, alles, mensen, muggen en temari ballen,
         De bamboe, de maan en voor jou.

Ze verblijft in mijn hut. Zorgt voor mij in mijn laatste dagen.

Haar laatste gedicht voor mij:
         Van ons, kloosterlingen, wordt gezegd
         Dat wij het rijk van leven en dood
         Overwinnen –
         Maar toch kan ik niet verdragen
         De smart van onze scheiding

Ik schrijf:
         Waar je ook kijkt
         De karmijnrode bladeren
         Worden verstrooid –
         Een voor een,
         Voor en achter

Mijn laatste gedicht:
         Wat zal overblijven als mijn erfenis?
         Bloemen in de lente,
         De koekoek in de zomer,
         En de karmijnrode bladeren
         Van de herfst.

Ik laat meer dan 2000 gedichten achter.

Na mijn dood zorgt Teishin dat mijn en onze gedichten gepubliceerd worden; dauwdruppels op een lotusblad

Wat is mijn wijsheid?

Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Liefde woont achter de angsten.
Liefde voor alles.
Liefde is wat wij mensen zijn.
Acceptatie van het mens zijn.

Te kunnen sterven.
Een relatie is ook maar een idee, VOEL de liefde.
Dauwdruppels op een lotusblad.
Deze liefde is wat wij mensen zijn.
Ik voel mij een gekooide vogel - niet meer vrij.
Diepe acceptatie van onze menselijke aard.
Liefde voor mensen, muggen en stoffen ballen.
Dauwdruppels op een lotusblad.
Gedichten.
Door gehechtheid in relaties voel je het leven dieper.
Vanuit Liefde verbonden in de Eeuwigheid.
De relatie tussen mensen is nooit het probleem, maar onze ideeën daarover.

Liefde is de kern.
Als weduwe wordt ze non.
Samen poëzie schrijven.
Maar daar ontving ik bezoek.
Je kunnen verwonderen: wat hebben we het goed hè?
Kun je liefde blijven voelen, door de emoties heen?
Tot het laatste genieten van het leven.
Ik vindt het heel mooi hoe aan het eind de verbinding tussen leven en dood wordt beschreven.
Ze wil haar poëzie ontdekken.
Liefde is: samen poëzie schrijven.
Alles is een droom.
De maan, als liefde en sterven.
Innige verbondenheid kan op iedere leeftijd ervaren worden.
Dauwdruppels op een lotusbloem als metafoor voor gedichten.
Ik ben een oude man.
Karmijnrode Trouwdruppel.
Wat houdt mij gevangen.

Bronnen

Zenboeddhisme - Michel Dijkstra

Drie zenmeesters - John Stevens

Zen Women - Grace Schireson

Lust for enlightenment - John Stevens

Zen Sourcebook - Edited by Stephen Addis

Info en aanmelding:
Nieuwe data zenfilosofiecursus door Rients Ritskes, start wo. 12 mei

Zen.nl, Zen, meditatie, leren mediteren, Floor Rikken, online, filosofiecursus, Ryokan, Confucius, klooster, monnik, Sutra's, armoede, wijsheid, verantwoordelijkheid, conflict, bedelen, gedicht, plezier, kalligrafie, verlichting, Boeddha, non, samoerai, angst, sterven