whatsapp
 

 

ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven




Zen.nl, zen, meditatie, leren mediteren, moederschap, kinderen, luisteren, tellen, stilte, lichaam, adem, blijmoedig, sesshin, zenleraren, diploma, aandachtstraining, bubbels, verhalen, zorgen, Charlotte Joko Beck, verlichting, instinct, communicatie, opvoeden, oefening, geduld, moe, hart, compassie, richtlijnen, wet, geboden, strijd, irritatie, beginners


Luisteren of tellen tijdens het mediteren?



Door Florentine van Lookeren Campagne Zen.nl Nederland

Column over zen, meditatie en moederschap

Ik heb leren mediteren van de Damiaatjes. Iedere avond tussen negen en half tien luiden in de Sint Bavo kerk in Haarlem twee klokken volgens een regelmatig patroon – ding, dong…dong…. Ding, dong…dong… Ze kondigen aan, dat de stadspoorten gaan sluiten en ze herdenken een of andere lang vergeten veldslag.

Tien jaar geleden woonde ik dicht bij de Bavo en iedere avond hoorde ik de klokken luiden. In een boekje had ik gelezen dat je met mediteren vooral moest gaan zitten luisteren en dan proberen geen enkel geluid te missen. Het lag voor de hand, om naar de Damiaatjes te gaan zitten luisteren en te proberen geen ding, dong…dong… te missen.

Het was even oefenen, maar het werkte. Luisterend naar de klokjes en, als de klokjes klaar waren, naar de stilte, ontspande mijn lichaam. De praatmachine in mijn hoofd ging af en toe uit. Ik dobberde rustig heen en weer op de golven van mijn adem, die helemaal zelf bleek te weten wat ‘ie moest doen, als ik hem maar liet begaan.

Blijmoedig vertrok ik dus op sesshin, niet gehinderd door enige kennis van zen. Tijdens de eerste keer-bijeenkomst vroeg ik maar eens wat al die andere mensen daar voor oefening zaten te doen. Stomverbaasd hoorde ik, dat ze hun ademhaling zaten te tellen.

Inmiddels heb ik mijn zenlerarendiploma. Ik heb zelfs andere mensen uitgelegd dat ze hun ademhaling moeten gaan zitten tellen. Maar stiekem heb ik moeite met de oefening. Je adem volgen, ja. Luisteren naar je adem, ja. Maar tellen? Dat doe je met woorden. Tellen is praten. Praten is niet luisteren. Hoe kan je nu mediteren als je niet luistert?

Het één bleek natuurlijk met het andere verbonden: alle zenners die ik tegenkwam bleken fantastische luisteraars, juist dankzij de aandachtstraining en het bubbels-trekkende tellen. Mijn zencoach kon zo krachtig luisteren dat ik er zelf stil van werd, mijn verhalen uitgeprutteld, mijn zorgen verlicht.

Momenteel heb ik weinig tijd om te zitten en vooral kansen te over om zen in de praktijk te oefenen. Dat vind ik niet makkelijk. Het helpt me om af en toe die knop in het hoofd om te zetten, de praat- en piekermodus uit te zetten en de luistermodus aan.

Charlotte Joko Beck zegt: ‘Wat ik doe als ik van het heden wegdwaal is naar het verkeer luisteren. Ik overtuig me ervan dat ik niets mis. Niets. Ik luister gewoon echt.’ Luisteren, zegt Charlotte, is een manier om direct in het huidige moment te komen. Luisteren is ook zen, luisteren telt.

Ik woon niet meer in Haarlem. Ik mis de Damiaatjes. Maar de buren hebben een bladblazer en tegenover ons zijn ze aan het verbouwen. Verlichting is binnen handbereik.

Drie oren
Luisteren met kinderen begint met luisteren naar het gehuil van je baby. Zo kwam ik er achter dat ik oren had in mijn hoofd én in mijn buik. Hoewel mijn baby een forse hoeveelheid herrie kon produceren had ik het gevoel dat de meest effectieve communicatie toch rechtstreeks van buik tot buik plaatsvond. Ik moest er vooral niet teveel doorheen tetteren met mijn gedachten en mijn instinct het werk laten doen.

Maar na een jaar of twee is die baby een peuter. De communicatie van buik tot buik verdwijnt en er komen woorden. Het kind praat, uit zijn wensen, en je praat terug. Met jouw wensen.
‘Afblijven!’
‘Mag niet!’
‘Nee!’
Het opvoeden is begonnen. En het luisteren, lijkt het wel, stopt.

Tegenwoordig gaat het zo:

‘Luister nou eens één keertje, jongens’
‘Is je luister soms stuk?’
‘Sta ik hier tegen de muur te praten?’
‘Ja, dat komt ervan als je niet wil luisteren!’

Ik vind er niks aan, op deze manier opvoeden. Het wekt van alles op, prachtig oefenmateriaal hoor: woede, irritatie, oefeningen in geduld. Maar ik ben moe. Ik wil het anders. Valt er ook luisterend op te voeden?

Ik kan natuurlijk te rade gaan bij de bekende opvoedklassieker How to talk to kids so kids will listen. Maar dit is de Zen Actueel, we zijn toch een beetje spiritueel bezig. Ik pak dus die andere, iets minder bekende opvoedklassieker uit de kast: de Regel van Benedictus. Hierin legt Ben aan beginnende kloosterlingen uit, hoe ze zich moeten gedragen. Hij begint direct goed met de woorden: ‘Luister, mijn zoon.’ Kijk. Dat zeg ik nou ook altijd!

Om precies te zijn zegt hij: ‘Luister, mijn zoon, naar de richtlijnen van uw meester, en neig het oor van uw hart.’

Toen ik dit voor het eerst las, was ik erg gegrepen door het idee dat ik kon luisteren met het oor van mijn hart. Dat hart hoort blijkbaar heel andere dingen dan de flapjes aan weerszijden van mijn hoofd of de instinctieve oren van mijn buik. Het oor van mijn hart hoort de subtekst van wat iemand zegt. Wat het hoort, wekt compassie. Kwan Yin zit te luisteren naar de noden van de wereld met het oor van haar hart, zo stel ik me voor.

Het valt me nu op dat Benedictus het ook heeft over richtlijnen. Geen wetten, voorschriften of geboden; richtlijnen. Zeker, hij is de meester. Hij heeft de leiding over die kloosterlingen en hij zal ze niet zomaar wat laten dwalen. Maar hij is niet dwingend. Hij geeft ze richting.

Ik lees dat als een advies om mijn woorden niet te laten verharden. Mijn woord is geen wet. Dat lijdt maar tot strijd. En als ik boos ben wek ik in mijn kinderen bepaald geen vurig verlangen op om mijn wensen ter harte te nemen. Als ik strijd zie aankomen, moet ik misschien zelf het oor van mijn hart wijd open zetten en luisteren.

Zoals dat gaat met opvoeden, ik had het goede voornemen nog niet geformuleerd of ik kon het uitproberen. Vanmiddag hadden we een vriendje te spelen en het liep allemaal wat uit de hand. Het vriendje wilde met de duplo, mijn zoon wilde ganzenborden en werd vreselijk boos toen het vriendje niet mee wilde doen. De oren aan mijn hoofd hoorden ruzie en mijn irritatie was gewekt. Maar het oor van mijn hart hoorde een kind dat eigenlijk te moe was voor een speeldate.

Ik heb een potje ganzenbord met hem gespeeld. Daarna ging het weer.

Later op de dag ging het natuurlijk alsnog mis, maar goed. Het blijft oefenen. Het is tenslotte een regel voor beginners.

Lees ook de vorige column van Florentine:
Liefde is wel voorwaardelijk