whatsapp
 

 

ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven




Zen.nl, Zen, meditatie, leren mediteren, Floor Rikken, online, filosofiecursus, Mimi Maréchal, zenmeester, Rients Ritskes, Tiltenberg, graalvrouw, bezittingen, levenslessen, discipline, aandacht, overvloed, nieuwsgierig, religie, Japan, cultuur, boeddhisme, verdriet, zaken, lichaam, schoonheid, sesshin, gelijkheid, dankbaar, Sangha, onethisch gedrag, boeddhabeeld, borstkanker, angst, kwetsbaarheid, dood


Mimi Maréchal (1937-1995)



Het achtste en daarmee laatste college in deze reeks van de online zenfilosofiecursus door Floor Gessho Rikken gaat over Mimi Maréchal. Mimi was een Belgische vrouw die als graalvrouw het christendom naar Japan wilde brengen, maar uiteindelijk vooral zen naar Nederland heeft gebracht. Velen kwamen via Mimi in contact met Japanse zenmeesters. Rients Ritskes was één van hen, die via haar grote netwerk de weg in het Japanse zenland vond. Later maakten Rients en Mimi samen deel uit van de redactie van het kwartaalblad ZEN. Rients was op 30 maart 1995 één van de sprekers bij de avondwake waarin christelijk-boeddhistisch Nederland afscheid nam van Mimi Maréchal.

Morgenavond (woensdag 12 mei om 19.30 uur) start de derde Zen.nl online zenfilosofiecursus van 8 colleges door Rients. Aanmelden vandaag nog mogelijk, klik hier.

Deel 1
Ik ben Mimi Marechal. Mijn doopnamen zijn Maria Elisabeth Theresia. Ik ben geboren in 1937 in Brugge, Belgie. We wonen in Brugge, mijn ouders, Gerard Antoine Marie Marechal, mijn moeder Emma Celina Maria Debever en mijn vijf broers en zussen. Ik ben de oudste.

Op mijn zeventiende ga ik voor het eerst naar een bijeenkomst van de Graalvrouwen. Dat is een katholieke lekenbeweging voor vrouwen. Ik reis naar de Tiltenberg in Vogelenzang. Ik heb een hele goede tijd daar. En vanaf die eerste keer ga ik iedere zomer, iedere schoolvakantie en soms zelfs nog een extra weekend naar de bijeenkomsten van de Graalvrouwen op de Tiltenberg.

Na mijn middelbare school leer ik verder. Ik volg de lerarenopleiding Germaanse talen. Ik leer Nederlands, Engels en Duits en volg als bijvak Frans. Ik houd van talen en ik ben er goed in. In mijn studietijd heb ik ook een man ontmoet. Zoals het hoort, zoals het toen ging, waren we ook verloofd. We zouden najaar 1957 gaan trouwen. Maar eerst ga ik, tegen het einde van mijn studie, naar een graalvrouwen zomerkamp in Edinburgh. Ik voel me er thuis. De graalvrouwen voelen als mijn thuis. Ik besluit mij bij de graalvrouwen aan te sluiten. Ik verbreek mijn verloving en in 1960 doe ik mijn intrede bij de graalvrouwen.

Bij mijn komst zijn de graalvrouwen nog echt een katholieke beweging met als doel bekering maar het is ook een internationale beweging van lekenvrouwen die met elkaar nagaan wat het evangelie in deze moderne tijd te bieden heeft. En van huis uit ben ik de katholieke taal gewend dus die schrikt me niet af. Wat voor mij als jonge vrouw de graalvrouwen heel aantrekkelijk maakt, is dat de beweging inzet op het talent van vrouwen – vrouwen zoals ik – ruimer dan als non in een klooster of opgesloten in een huwelijk. De graal stelt zich actief op tegen vrouwenonderdrukking en zet zich over de wereld in om achterstanden weg te werken en leed te verzachten. Juist studeren, ontwikkeling en ontplooiing staan centraal. Niet zozeer devotie, al heb ik ook de eed van maagdelijkheid afgelegd en afstand gedaan van mijn wereldse bezittingen. Ik weet niet of ik later in mijn leven nog steeds zo’n eed zou afleggen.

Mijn besluit te kiezen voor de graalvrouwen neem ik met hart en ziel. Ik verhuis naar de Tiltenberg om daar mijn opleiding te beginnen. Ik ben blij dat ik er ben en toch valt het me de eerste tijd ook zwaar. Op een zomerkamp is iedereen meer open en meer verbonden. De eerste tijd op de Tiltenberg voelde ik mij meer alleen, ook al was er ook een totaal gebrek aan privacy.
De levenslessen van die eerste tijd draag ik nog steeds bij me. Een combinatie van discipline en aandacht. Stilstaan bij de enorme overvloed in ons leven. Achteraf kan ik ook zien hoe goed zenbeoefening juist op deze lessen aansluit. Ik vind het belangrijk steeds te blijven zoeken naar een spiritualiteit die past bij deze tijd. Dat doet de graal ook. Door open te staan voor nieuwe ontwikkelingen, voor wetenschap. Dat doe ik door open te staan en nieuwsgierig te zijn. De dingen niet te doen omdat ze altijd zo gedaan zijn. Religie is ten dode opgeschreven als het niet met ons mee verandert.

Ik ben pas heel kort op de Tiltenberg als ik voor het eerst Akiko Morishita ontmoet. Of liever gezegd, eerst zie ik haar alleen, verderop in de ruimte. Ze intrigeert me. Akiko is een Japanse die zich tot het christendom heeft bekeerd. Pas na vele weken kom ik een keer in gesprek met Akiko. Het klikt tussen ons. En al vrij snel groeit bij ons de wens om samen naar Japan te gaan. De graalvrouwen hebben afdelingen in verschillende landen, maar tot nu toe geen afdeling in Japan. Akiko en ik zouden die op kunnen gaan zetten. Ons idee groeit en wordt gelukkig ook ondersteund door de Graal. De graal heeft ook al langer de wens een afdeling in Tokio te openen. Zodra het plan reëler wordt ga ik in Leiden colleges Japans volgen. Het is belangrijk mij de taal eigen te maken.

In 1962 vertrek ik samen met Akiko naar Japan. We wonen in Tokio in een kleine flat. Ik werk hard om mijn onderwijsbevoegdheid in Japan te halen zodat ik kan gaan lesgeven op de Sophia Universiteit. Ik geef Engels en Frans.
Samen met Akiko zet ik ondertussen discussiegroepen op voor studenten en dragen we bij aan maatschappelijke projecten. Met Akiko ben ik veel in gesprek over hoe het christendom in Japan te brengen. Akiko wil weinig water bij de wijn doen terwijl ik ervoor pleit om meer aan te sluiten bij de Japanse cultuur en religie. Er kan toch best een Japans christendom zijn dat niet hetzelfde is als een Europees christendom?

Na een tijdje komt er nog een derde graalvrouw naar Japan. Rachel Donders. Dat verandert de verhoudingen in huis. De relatie tussen mij en Akiko is vertrouwd en intiem ondanks de soms stevige gesprekken die we hebben. Na de komst van Rachel voel ik meer afstand. De intimiteit lijkt te verdwijnen.

Ik ben in Japan ook steeds nieuwsgierig naar het Japanse leven, de cultuur en de religies. In de bibliotheek van de universiteit ontdek ik een boeken van Jezuïeten – Heinrich Dumoulin, Hugo Enomiya Lasalle en William Johnston - die geïnteresseerd zijn geraakt in boeddhisme. In zen. Dat is mijn eerste kennismaking met zen. Iets in wat zij schrijven raakt me en laat me niet meer los. De spirit van een graalvrouw is doen en niet alleen maar denken. Dus ik besluit op zoek te gaan naar een zengroep om met de levende zen kennis te kunnen maken. Ik spreek mijn voornemen uit tegen Akiko en dat geeft veel spanning tussen ons. Zij is er heel helder over. Je bent Christen en naar Japan gekomen om het christendom te verspreiden. Meng je niet in deze lokale religie. Dat brengt niets goeds. Ik ben niet voor niets Christen geworden. De boeddhisten zijn mijn ouders en mij in tijden van groot verdriet nooit tot steun geweest. Zen heeft ons niets te bieden.

Ik ga toch.

Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Steeds je eigen keuzes maken;
Ik ga toch!
Het leven is waar mijn weg mij voert;
Gaan waar je geraakt, waar je geroepen wordt;
De spirit van doen, maatschappelijk actief zijn;
Meer doen, minder denken; motto graalvrouwen, ook motto zen-mensen’
Als iets je raakt, onderzoek het;
Beperk je niet door de overtuiging van anderen;
Dat ze met hart en ziel een besluit nam;
Nieuwsgierigheid brengt je verder;
Open en nieuwsgierig zijn;
Blijf trouw aan jezelf;
Verwondering voelen voor de grote overvloed in het leven;
Ondanks tegenwerking, blijf trouw aan wat je van binnenuit voelt wat je te doen staat;
Openstaan voor nieuwe inzichten;
Sta open, wat niet verandert is ten dode opgeschreven;
Vrijheid zit in jezelf, niet in het geloof;
Meer aansluiting zoeken bij Japanse cultuur en religie;
Zoeken naar de spiritualiteit die past bij deze tijd;
Ontwikkel je, verdiep je;
Zie dwars door religies heen; open voor andere culturen;
Zoekende zijn, eigen weg volgen;
Wees nieuwsgierig, ook als er rauwe randjes aan zitten;
Volg je hart, je nieuwsgierigheid;
Religie is ten dode opgeschreven als het niet meegroeit/moderniseert;
Doen wat passend is, meebewegen waar nodig;
Zonder vooroordeel open zijn voor iets nieuws;
Jezelf te ontplooien en niet opgesloten zijn in een huwelijk, vrijheid.


Deel 2
In 1965 sluit ik voor het eerst aan bij een zen-zit-groep. Onder leiding van William Johnston komen we iedere zaterdagavond bij elkaar in een oud Japans huis en doen we zazen. Dit past mij. Ik voel mij thuis en ik voel dat ik iets leer dat zeer de moeite waard is. Ik werd gegrepen door het woordeloze van zen. Door het lichamelijke. Zitten in zazen is een lichamelijke ervaring. De precisie van het zitten, de ervaring van het buigen. In zen is het lichaam onlosmakelijk met dit leven en deze werkelijkheid verbonden. Vanuit mijn christelijke achtergrond had ik vooral geleerd het lichaam te wantrouwen, en zoveel mogelijk uit te schakelen.

Waar ik ook voor val is het vermogen om de alledaagse schoonheid te cultiveren en waarderen. Een klein, simpel kommetje is prachtig vormgegeven. Daar komt geen tekst en denken aan te pas. Dat is een directe ervaring.

In 1968 ga ik voor het eerst naar een vrouwenklooster in Nagoya om een paar dagen sesshin bij te wonen. Ik ontmoet ook zenmeester Shundo Aoyama. Nog meer voel ik dat de beoefening van zen, het zitten in zazen van grote waarde is. Voor mij. En misschien ook wel voor anderen. Ook realiseer ik mij dat het voor mij als vrouw moeilijker is om toegang te vinden tot de zenbeoefening. Er zijn veel meer mannelijke meesters en er zijn groepen waar ik als vrouw veel moeilijker toegang toe krijg. Als graalvrouw voel ik hoe belangrijk ik het vind dit pad ook voor vrouwen meer toegankelijk te laten zijn. In de christelijke en in de boeddhistische traditie is het voelbaar dat mannen al zoveel eeuwen de organisatoren, de denkers, de filosofen zijn. De vrouwelijke manier van denken, de vrouwelijke aanpak, de inbreng van vrouwen wordt niet genoeg gewaardeerd. Ik denk dat het belangrijk is de gelijkheid te bevorderen en ik ben blij te zien dat hier in het westen vrouwen veel meer deel uitmaken van zengroepen en ook vaker leraar zijn.

In 1971 ga ik voor een jaar terug naar Nederland, terug naar de Tiltenberg. Door zolang weg te zijn geweest kan ik zien hoeveel er ook in Nederland verandert. En tot mijn blijde verbazing ontdek ik dat ook in Nederland de belangstelling voor het oosterse gedachtengoed, voor zen, groeit. Ook bij de graalvrouwen.

Ik ga voor het eerst een zenweekend organiseren op de Tiltenberg. Een initiatief van de graalvrouwen, open voor ieder die daaraan wil deelnemen. Ik geniet ervan dat we dit in Nederland ook kunnen. Het maakt me dankbaar te mogen zoeken naar vormen waarin de zenbeoefening in Nederland, in Europa past. Zoveel mogelijkheden zijn er nog niet om met een groep mensen zen te beoefenen.

In 1973 kom ik definitief terug uit Japan. De poging om een graalvrouwenafdeling op te richten in Japan is mislukt. Akiko is teleurgesteld geraakt. In mij, in Japan, en ook in de graalvrouwen. Akiko treedt in, in een kartuizerklooster in de buurt van Lyon. Een strenge en mystieke orde.

Op de Tiltenberg krijg ik steeds meer, krijg ik alle vrijheid om zenprogramma’s te organiseren. De belangstelling voor het christendom neemt af en de zenprogramma’s bieden een mooie mogelijkheid voor spirituele verdieping en nieuwe richtingen voor de graalvrouwen.

Ik nodig verschillende meesters, vrouwen en mannen, uit om programma’s te leiden. Waar ik huiverig voor ben is om een traditie, een meester, op een voetstuk te plaatsen. Ik wil graag mensen uitnodigen om zen zelf te gaan ervaren. Meer smaken, meer scholen, meer meesters, meer diversiteit geven meer ingangen om te beginnen. Ten slotte weten we nog helemaal niet hoe westerse zen eruit zou moeten zien. We zetten de eerste schreden op een pad van westerse zen.

Wat me opvalt, en het voelt heel ‘on-zen’, is dat vele meesters die ik uitnodig de authenticiteit van andere meesters betwijfelen. Een tijd lang nam ik het besluit van allen te leren en geen eigen meester te kiezen. Voor mijn eigen leerpad begin ik toch te voelen dat het waardevol voor mij is om een meester te zoeken. Hoeveel kritiek ik toen kreeg van de meesters die ik niet koos!

Vanaf het eerste begin dat ik zen-weekenden organiseerde kwamen ook William Johnsten en Enomiya-Lasalle. Zij hebben enorm bijgedragen aan de groeiende belangstelling voor zen in Nederland.

Juist met behulp van zenmeesters en geleerden van diverse stromingen en ook uit alle delen van de wereld kunnen we onderzoeken hoe we hier in Nederland, in Europa komen tot een overdracht van een authentieke zen. Daarom pleit ik ervoor dat de Tiltenberg een centrum is dat niet onder leiding staat van een specifieke meester met een type begeleiding dat gegeven wordt voor een gesloten sangha (gemeenschap van mensen die zen beoefenen). Dat zou leiden tot versmalling en verarming en niet tot verrijking van onze zenbeoefening als spirituele weg.

Er is een groot risico op sektarisme, hokjesgeest. Vooral onder de zenleraren en zenbeoefenaren die zich verlaten op de regels die ze hebben opgepikt, in Japan of in het oosten. Veelal regels uit een andere cultuur die je niet een-op-een naar een Nederlandse cultuur kunt vertalen.

Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Het waarderen van alledaagse schoonheid;
Schoonheid is een directe ervaring;
Kritisch blijven ten aanzien van regels, tradities, oppassen voor sektarisme;
Zen is onlosmakelijk met dit lichaam verbonden;
Zonder woorden, het lichaam voelen en zitten;
“Ik kies ervoor om van allen te leren”;
Blijf huiverig, om iemand op een voetstuk te plaatsen;
Open geest;
Een tijd lang nam ik mij voor om van alle meesters te leren;
“We weten niet hoe westerse zen eruit zou moeten zien”;
Zie de alledaagse schoonheid;
Schoonheid zien in het simpele;
Zen op de Tiltenberg;
Laat je niet leiden door het ego van de meester(s);
‘Je mag kiezen’ betekent niet dat je het andere uitsluit;
Regels uit een andere cultuur kun je niet één op één in Nederland toepassen;
Hoe talloos de poorten tot inzicht ook zijn;
Eigen pad kiezen;
Ga voor verbreding; leer van iedereen;
Diversiteit is waardevol;
Giet je wijsheid niet in een bepaalde vorm, blijf ruimdenkend en onderzoekend naar wat bij jou hoort;
Niet voor één meester gaan maar je eigen meester zoeken;
Diversiteit, een open mind om van iedereen te leren;
Ervoor open te staan om Akiko net zo wijs te kunnen vinden als Mimi;
Onderzoek de vorm van Nederlandse zen, mijn Nederlandse zen;
Het woordeloze van zen.


Deel 3
In 1993, ik neem een sprong vooruit in de tijd, geef ik in Zweden een lezing op een symposium ‘Towards an european zen?’ Ik pleit voor diversiteit. Ik pleit ervoor dat wij, zenleraren, ook kennisnemen van andere zenscholen en andere boeddhistische scholen. Bredere kennis van boeddhisme draagt bij aan een passender vorm hier in Europa. Ik maak mij ook zorgen om de verheerlijking van meesters. Ik heb zoveel onethisch gedrag gezien en we moeten leerlingen aanmoedigen verantwoorde maatregelen te nemen zodat leraren worden geconfronteerd met onethische aspecten van hun gedrag. Niemand, hoe verlicht ook, kan zich onttrekken aan de normen voor ethisch gedrag.

Over westerse zen kunnen de meningen behoorlijk verschillen.
Pater Lasalle vertelde mij dat hij eens aan een zenmeester vroeg: ‘Denkt u dat het voor een westerling die nog nooit aan zen heeft gedaan mogelijk is om dat op latere leeftijd nog te proberen?’
Waarop de meester vroeg: ‘Heb je een lichaam?’
Lasalle antwoordde verbaasd: ‘Ja.’
Waarop de meester zei: ‘Dan kun je zazen doen.’

Ik kom ook zenmeesters tegen, zelfs zenmeesters die ik hier op de Tiltenberg uitnodig, die geloven dat er buiten Japan geen zen mogelijk is. Sommige zeggen zelfs, buiten Japan zijn er geen zenmeesters. Doe in het westen maar wat yoga. Mijn eigen zenmeester zegt: Zen verdwijnt in Japan en groeit in het westen.
Twee verschillende uitspraken. Het gaat mij niet om de juistheid of onjuistheid. Ik probeer te begrijpen waar ze het over hebben. Mogelijk speelt een rol dat zen, zenbeoefening in Japan heel lichamelijk is, en minder intellectueel. Ik zie dat veel mensen hier in het westen beginnen vanuit een intellectuele of geestelijke belangstelling. Voor mij betekent dit het belang van blijven benadrukken dat zitten een lichamelijk activiteit is. Daarom zorg ik ook dat in iedere zenactiviteit die ik op de Tiltenberg organiseer lichamelijke oefening zit. Ook in de vorm van schoonmaken, klusjes, wandelen.

Op het altaar in de kapel staat onder het kruis met christus daaraan, een boeddhabeeld. Sommige mensen nemen daar aanstoot aan. Ik zei dat eens tegen een leraar die hier kwam, AMA-Samy. Hij zei: ‘Ik denk dat deze Christus die daar hangt en de Boeddha daaronder hele goede vrienden zijn.’ Dat denk ik ook.

De weg die ik ben gegaan en de mensen die ik daarbij heb ontmoet hebben mij bepaalde inzichten gegeven. Ik kan daar wel iets van met je delen, maar de inzichten kan ik je niet geven. Je zult je eigen weg moeten gaan. Ik heb geen antwoord op je vragen. Het gaat niet om mijn leven en mijn verhalen. Het gaat om wat jij met jouw leven doet.

In het voorjaar van 1992 vertelt een arts me dat ik ongeneeslijk ziek ben. Ik heb borstkanker. Mensen vragen mij of mijn zenbeoefening mij helpt. Of ze gaan daar zelfs vanuit. Misschien wel. Maar ik weet niet hoe en dat kan ik ook niet bepalen. Er is ook angst en kwetsbaarheid. Ik had een gesprek met Prabhasedharma Roshi, zij was hier kortgeleden, zij heeft ook kanker, het is ook ernstig. We spraken met elkaar. We vroegen ons af waarom we allebei kanker hebben. En op enig moment zei ik, met een zekere schaamte, dat ik niet meer mediteer sinds ik weet dat ik ziek ben. En zij zei ‘ik ook niet.’ Shockerend, niet? Twee zenvrouwen die anderen het mediteren leren en dat zelf niet meer doen. Nu ik ziek ben, ben ik dag en nacht bezig met het leven in me en de dood die zich er concreet in mengt. De verinnerlijking voltrekt zich nu vanzelf. Ik voel hoe sterk we verbonden zijn. Wij, de zenmensen. Ik zeg: ‘Zen helpt.’

Zolang het leven me gegeven is wil ik graag iets bijdragen.

We kennen ons diepere zelf maar heel weinig.
Het is trouwens geen kenbare realiteit.
We gaan er maar zelden mee om.

Het loslaten van het ik, het aanwezig zijn
In vrede en vrijheid, gebeurt niet vanuit je wilskracht
Of je verstand, maar vanuit de ‘zo-heid’.
Dat is een weg die je je hele leven kunt bewandelen.

Er zit geen einddoel aan vast.
Een eeuwenoude zenspreuk zegt:
De lente komt, het gras groeit vanzelf.
En enkele maanden later gaat het gras weer dood,
Ook vanzelf.

Want: het is zoals het is.

        Rustig zitten, niets doen.
        De lente komt.
        Het gras groeit vanzelf.

Op 27 maart 1995 ga ik dood. Ik ben 58 jaar oud.
Mijn leven, mijn sterven wordt herdacht met een christelijk-boeddhistische avondwake op de Tiltenberg. In de kapel staan de banken en liggen zwarte zenmatten. Samen. Een week later is er een grote herdenkingsdienst in mijn geboortestad Brugge.

Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:

Het is zoals het is;
Het gaat erom wat jij met jouw leven doet;

Niets te doen, de lente komt en het gras groeit vanzelf;
Met de dood dichtbij, voltrekt de verinnerlijking zich vanzelf;
Ik kan een ander geen inzichten geven, ieder heeft zijn eigen pad;
De zo-heid zien;
Het gaat me niet om de juistheid of onjuistheid maar om te proberen te begrijpen waar ze het over hebben;
Jezus en Boeddha zijn hele goede vrienden;
Ik moet mijn eigen weg gaan;
Het loslaten van je ik gebeurt niet vanuit je wilskracht, maar vanuit je zo-heid;
Zenbeoefening helpt;
Ik weet niet hoe en ik kan het ook niet bepalen;
Angst en kwetsbaarheid zijn er ook;
Het gras groeit vanzelf;
"Ik denk dat de Jezus die daar hangt en de boeddha die eronder hangt, goede vrienden zijn.”
Zen met lichaam (zitten, klusjes, wandelen, schoonmaken) en geest;
Graag iets willen bijdragen zolang het me gegeven is;
Het gaat niet om juist of onjuist, maar om het proberen te begrijpen;
Nu ik kanker heb, gaat men ervan uit dat zen mij helpt. Misschien, maar ik weet niet hoe;
Oog in oog met de dood voltrekt de verinnerlijking zich als vanzelf;
Inzichten zijn niet overdraagbaar. Die kun je alleen zelf ervaren;
Je niet laten leiden door de vraag of iets juist of onjuist is, maar ten diepste begrijpen;
Alles gebeurt vanzelf;
Loslaten, het gras groeit vanzelf;
Loslaten van het ik, aanwezig zijn in vrijheid en vrede gebeurt niet met het verstand maar vanuit zo-heid; Vriendschap herkennen tussen Boeddha en Jezus:
De dood komt vanzelf. Net als de lente. Zo zijn.
Aan je zieke collega durven zeggen dat je niet meer mediteert;
Houten bankjes en zwarte zenmatten;
Ook een oude boom bloesemt;
Ik heb geen antwoorden op je vragen, die moet jezelf vinden(?);
Het leven in me en de dood die zich er in vermengt;
Niemand mag zich onttrekken aan de normen van ethisch gedrag;
Heeft ze nog steun gehad aan haar christelijke geloof in haar laatste dagen??
Het logo 'activities' in google meet (vierkant/driehoek/cirkel) is net het Zen.nl logo. :)
En kunnen wij jou bedanken.


Morgenavond (woensdag 12 mei om 19.30 uur) start de derde Zen.nl online zenfilosofiecursus van 8 colleges door Rients. Aanmelden vandaag nog mogelijk, klik hier.

Bronnen:
Els Kloek
Maréchal Maria Elisabeth Theresia, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland

Mimi Marechal
Eenvoudige wijsheid

Christa Anbeek
Mimi & Akiko

ZEN (tijdschrift) Nr. 63: Mimi Maréchal